Artillerie van het Veldleger.
[Jan. 1916.
-3e door zijn geringe vuursnelheid en kleine dracht niet in staat den
strijd tegen aanvallende troepen te voeren, dus, dat hij het veld
kanon in voorkomende gevallen niet gedeeltelijk kon vervangen.
Hier duikt dus reeds de vraag op: moeten de veldhouwitsers
worden medegevoerd boven de noodzakelijk geachte uitrusting
aan vlakbaanvuurmonden, dan wel kunnen zij die vuurmonden
gedeeltelijk vervangen. Hoe men deze vraag oploste, zal nader
onder „organisatie" blijken.
Toch lijdt het geen twijfel, of ook de Duitschers hadden reeds
toen houwitsers bij het veldleger ingevoerd, indien zij niet gemeend
hadden in de brisantgranaat eene betere oplossing te hebben ge
vonden. De brisantgranaat bezat echter twee nadeelen, n.l. de
noodzakelijkheid het springpunt binnen eene kleine ruimte boven
het doel te brengen om uitwerking achter een dekking te verkrijgen,
waardoor veel munitie noodig was om resultaten te bereiken en
bovendien, dat vrij lichte horizontale dekkingen tegen de uitwerking
van in tijdvuur verschoten brisantgranaten dekken, terwijl doorslaan
van deze dekkingen met een B.G. verschoten uit vlakbaanveldge-
schut slechts zelden kon gelukken.
Met het oog op deze nadeelen ging men voort in de richting
van krombaanvuurmonden naar eene oplossing te zoeken en vond
deze eenige jaren later in de 10,5 cM. houwitser M. '93, welke
naderhand werd omgebouwd en nu nog in de bewapening als lichte
veldhouwitser M. '98/'09 is opgenomen, een snellaadvuurmond met
een voertuiggewicht van 1950 K. G. en een dracht van 7000 M. De
V0 was opgevoerd tot 330 M. voor de G. K.
Om het granaatkartetsschot van de lange veldvuurmonden zooveel
mogelijk nabij te komen, wat betreft bestrekenheid der baan en
dieptewerking, werd het gewicht van de granaatkartets op 12,8 K.G.
gesteld, d.i. ongeveer 2 K.G. minder dan dat van de granaat. Hier
van was een gedeelte voorzien van een schokbuis en een ander
deel van een schokbuis met vertraagde werking.
Het groote nadeel van het medevoeren van drie verschillende
-projectielsoorten, daar waar men door het grootere gewicht der
projectielen toch al reeds in het nadeel is, springt onmiddellijk in
het oog. Duitschland was dan ook een van de eerste landen (1905),
dat voor dit materieel een eenheidsprojectiel invoerde en wel voor
dien van een z.g. viervoudige buis
3