LEGERRAARDEN EN MUILDIEREN IN CHINA 1915. (Jan. 1916. eerst laat volwassen. De commissie heeft ponies van 4 jaar gezien, die nog geheel het voorkomen van een veulen hadden. Voor de races worden veelal ponies gekocht van 7 a 12 jaar, aangezien zij op dien leeftijd het krachtigst zouden zijn. Het is hier de plaats om tevens te wijzen op de eigenaardige tandslijting van de pony. Gefokt op zandigen bodem, waar in de wintermaanden gezocht nioet worden naar de wortels van het gras, is die slijting abnormaal groot. De wrijfvlakten geven daardoor het paard een ongeveer 2 jaar ouderen mond op een leeftijd van 5 a 9 jaar. Zoo zag de commissie o.a. paarden van 4 jaar, waarvan de binnentand dus ongeveer IK jaar in slijting was, met een wrijfvlakte aldaar van een 6- jarigen mond. Doch ook de richting van de tanden in den onder kaak is vaak zeer bedriegelijk en komen bij jonge monden schuin staande, vrij lange tanden voor. De slijting der tanden in den bovenkaak vertoont in het algemeen die afwijkingen niet. De ouderdomskennis van de Mongoolsche pony vereischt dus een speciale ervaring en heeft de com missie in den beginne vermoedelijk wel eens ponies afgewezen om den leeftijd, die volgens algemeen ver klaren niet ouder dan 8 jaar waren. Kleur en afteekeningen. De lichte robes zijn overheerschend. Schimmels komen in alle variëteiten voor met de meest vreemdsoortige afteekeningen. Roomschimmels, ijzerschimmels, schimmels met tijgerstrepen, met pan- tervlekken etc. ja, één robe kon niet beter gesigna leerd worden dan door: inktvlekkenschimmel. Het geheel krijgt daardoor iets komisch, iets circusachtigs. Zoo komt veel voor een kleur, door de Engelschen „dun" genoemd. Voor een oorlogs paard is deze kleur niet onaardig, aangezien zij het meest overeenkomt met een khakikleurig veldtenue. Verder heeft men: zwartbonten, bruinbonten, zemel- 61

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 63