LEGERPAARDEN EN MUILDIEREN IN CHINA 1915. [Jan. 1916.
vermeldende, dat de „Tjimanoek" der J.C.J, lijn 25
Augustus te Chinwangtao gereed zou zijn voor alle
ponies en muildieren.
Opwachting gemaakt bij den Gezant en vernomen,
dat de onderhandelingen over de likingelden nog
gaande waren.
Vernomen van den heer Wihlfahrt, dat den vol
genden dag eenige muildieren gekeurd konden worden.
Verscheping. Zonder de voorbereiding hiervan in al hare phasen
te volgen, zij 't volgende hieromtrent aangeteekend
Toen den 28en Juni nog niets vernomen was van
de J. C. J. lijn en eenige daarop naar Hongkong ge
zonden telegrammen evenmin resultaten opleverden,
werd den 2en Juli in een uitvoerig schrijven den
Majoor J. C. Pabst te Tokijo verzocht informaties
te willen inwinnen in Japan en werd de Hoofdagent
der J. C. J. lijn in een gedetailleerd schrijven betref
fende alle voorwaarden en technische aangelegenhe
den ingelicht. Dit laatste naar aanleiding van een
telegram van den Een Juli, dat slechts melding maakte
van de kosten der stalls a 33 zonder de „gratings."
21 Juli bood de J C.J. lijn telegraphisch de „Tji-
kini" aan tegen eind Augustus te Takoe, met verzoek
een der leden der commissie te doen overkomen
voor de technische aangelegenheden, waarop de rit
meester van Riemsdijk den 24en vertrok.
28 Juli daarentegen werd de „Tjikini" telegraphisch
ingetrokken en de „Tjimanoek" ter beschikking ge
steld, doch te Shanghai en reeds op 24 Augustus.
De ritmeester van Riemsdijk, die den 27en Juli
reeds te Peking was en aldaar kennis van dit tele
gram had genomen, onderzocht, dat de bezwaren
tegen Takoe, vooral het aan boord „slingen" der
ponies op 20 mijl van de kust uit lichters, geen be
letsel behoefden te zijn, doch Z. W. E. G. vond in
den haven van Chinwangtao een veel geschikter ge
legenheid.
Deze haven in de nabijheid van Shanhaikwan,
67