Uit de Practijk.
[Jan. 1916.
volgens c.o. 9 Augustus 1912 No: 37/13 punt VII artikel 1, G. B.
dd. 13 December 1912 No: 48, het gezin van officieren niet mag
voigen, recht op eene vergoeding ad f 2.50 per dag, ten einde
tegemoet te komen aan de uit die bedwongen scheiding voort
vloeiende meerdere kosten, zooals deze clausule luidt in de Alge-
meene Order 1909 No38, gewijzigd bij Algemeene Order 1912
No: 24 II punt 1, 2
En indien, bedoeld gehuwd officier recht heeft op deze toelage,
op welke bepalingen kan hij dat recht steunen
Wij geven daarop na bekomen inlichtingen van deskundige zijde
het volgende antwoord
De vraag „of een gehuwd officier, gedetacheerdnaar een plaats
in het Gouvernement Atjeh en Onderhoongheden, waarheen hij zich
niet door zijn gezin mag doen volgen, ter zake aanspraak heeft op
eene toelage van f 2.50 per dag" moet ontkennend worden beant
woord omdat in artikel één punt VII van het gouvernementsbesluit
van 13 December 1912 No: 43 bedoelde toelage slechts wordt toe
gekend aan officieren enz., die naar de onderwerpehjk bedoelde
plaatsen worden „overgeplaatst".
Aan de regeling Ain de Algemeene Order 1912 No: 24 kunnen
in het onderhavige geval evenmin aanspraken ontleend worden,
omdat die regeling alleen en uitsluitend van toepassing is v00""
officieren enz. die aan excursiën enz. deelnemen en zulks uiteraard
niet het geval is met een officier, die naar een plaats wordt „ge
detacheerd".
Het is waarschijnlijk, dat bij het samenstellen der bepalingen, aan
detacheering niet is gedacht, welke meening wordt gesterkt door de
omstandigheid, dat in artikel één punt II van het hiervoren aange
haald gouvernementsbesluit, (welk punt aan officieren enz., die
worden overgeplaatst naar afgelegen, moeilijk te bereiken garnizoe
nen, een tegemoetkoming ter zake toekent tot bedragen, als voor
excursiegelden vastgesteld), ingevolge het gouvernementsbesluit van
14 Juli 1914, No: 55, achter het woord „overgeplaatst" is opgeno
men „of gedetacheerd".
Zooals hiervoren betoogd, bestaat dus rechtens geen aanspraak
op de bedoelde toelage, maar met het oog op de billijkheid ervan,
wil het ons voorkomen, dat het voorbrengen van zijne belangen per
geregeld request bij Z. E den Gouverneur-Generaal den betrokkene
veel kans oplevert zijn verzoek ingewilligd te zien.
85