Van Alles Wat. [Jan. 1916. hetzij uit eigen drang, voortspruitende uit een hoog moreel, wordt de laatste sprong ondernomen. Eenmaal ingezet, volgen de naast- bijzijnde afdeelingen, zoodat de troep in onregelmatige formatie, waar van de voorste lijn het meest overeenkomt met de tanden van een zaag, als een aanrollende lawine op de vijandelijke stelling aan stormt. Onder oorverdoovend lawaai, geweervuur links en rechts, artillerievuur voor en achter, wordt de afstand tusschen beide partijen kleiner Wat zal de verdediger nu doen? Zal de met de bajonet op het geweer aanstormende massa, die noch door vuur, noch door hindernissen was te keeren. zoodanigen indruk uitoefenen, dat de verdediger zich gewonnen geeft, of wel den schok niet afwacht, maar overhaast vlucht Dat zal vooral van moreele invloeden afhangen, maar in elk geval behoort men zich vertrouwd te maken met de gedachte, dat de vijand weerstand zal bieden. Kan de aanvaller dus gedurende den stormloop een razend vuur verwachten van de nog in de dekking aanwezige verdedigers, zoo dra de afstand tusschen de beide partijen zoodanig is verminderd, dat de schok nog maar een kwestie van eenige tientallen seconden is voelt de verdediger, dat hij zijn ongunstige positie in de loopgraaf moet verlaten, dat hij op gelijken grond met zijn tegenstander moet staan, dat hij dezen tegemoet moet tredenDe natuurlijke drang tot samenhooping doet, zoowel bij den aanvaller als bij den verdediger, groepen ontstaan en over de geheele lengte van het aanvalsfront staan nu ineens dergelijke groepen tegenover elkaar. Nu nadert de beslissing; ieder kiest zich een deelde aanvallende bewe ging is herleid tot een menigte tweegevechten over het geheele aangevallen front, tweegevechten van zeer bijzondere soort, be- heerscht door de gebiedende noodzakelijkheid voor beide partijen om onmiddellijk een beslissing te bereiken en daarom met duizeling wekkende snelheid uitgevoerd. Achteruitwijken is dikwijls onmoge lijk, naast en achter den tegenstander dreigen de bajonetten der vooruitstormende aanvallers, men moet den man vóór zich onmiddel lijk treffen en dadelijk gereed zijn een ander aan te vallen of te staan. En nu zal wel een ieder inzien, hoezeer diegenen in het voor deel zijn die reeds in vredestijd geoefend zijn voor dezen strijd, waarin geen stap achteruit gedaan wordt en die in hoogstens een drietal seconden beslist wordt. Alleen grondige oefening onder degelijke leiding kan resultaat afwerpen, kan den man ten slotte eenige aanvals- en verdedigings reflexbewegingen bijbrengen, die hem het bajonetgevecht met ver trouwen en vee! kans op succes zullen doen aanvaarden. Staan in den strijd twee legers tegenover elkaar, waarvan het eene wel, het andere niet geoefend is in het bajonetgevecht, dan heeft het geoefende in de komende ontmoetingen eerstens het ma- terieele overwicht, maar zoodra eenige bloedige botsingen zijn 87

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 89