Van Alles Wat, Jan. 1916.] renommée hebben gevestigd van buitengewone bedrevenheid in het handgemeen, is ongetwijfeld ook het begin van zijn moreel overwicht gevestigd. In Frankrijk is dikwijls de aandacht der militaire autoriteiten op de voordeelen van de beoefening van het bajonetgevecht gevestigd, zonder direct succes echter. Eerst een anderhalf jaar geleden werd in het programma van een schitterend assaut een reeks bajonetge vechten door de leerlingen van de militaire school te Saint-Cyr opgenomen. Dit assaut was een volledig succes en de beoefening van het bajonetgevecht was daarmede voor den vervolge verzekerd echterte laat, want kort daarna brak de oorlog uit. Slechts twee lichtingen hebben kennis gemaakt met deze nieuwe opleiding Van het front kwamen berichten, dat de mannen tijdens de rust pauzen achter het front veelal hunne bevindingen in den strijd aandachtig met elkaar bespraken en dat het handgemeen meer dan gewone belangstelling genoot, waarbij over en weer verschillende manieren om in het bajonetgevecht te handelen, werden aangeleerd. Men zag de „poilus" zich oefenen op een zak met zemelen in dien snellen en krachtigen stoot, waarbij men door met het geheele ge wicht van het lichaam de kracht van den stoot te versterken, er in slaagt den tegenstander te doorboren en in het snel de bajonet weer terugtrekken, hetgeen lang niet gemakkelijk is. Deze belangstelling van de mannen aan het front, die er vooral op wees, dat het gemis aan degelijke vooroefening gevoeld werd, en het verlangen van eenige niet-strijders om mede te werken aan de verdediging van het vaderland, deed de in den aanhef van dit opstel genoemde vereeniging geboren worden. Nu vragen wij ons af: hebben wij hierin niet een les, uit de practijk van den tegenwoordigen oorlog geboren, waarmede wij ons voordeel moeten doen? Hoe staat het bij ons leger met de geoefendheid in het bajonet- gevecht? Als we er geen doekjes omwinden, kan het antwoord op deze vraag niet anders luiden dan: er wordt bij ons niets aan het .bajonetgevechr gedaan. t. zijn eenige pogingen aangewend in die richting; zoo stelde eenige jaren geleden een korpscommandant voor het aantal scherm- geweren bij de korpsen te vermeerderen om groepen tegenover elkaar te kunnen oefenen in den stormaanval en ziet men nog wel eens bij den binnendienst eenige drie-of viertallen fuseliers op elkaar losgelaten, maaroefening in het bajonetgevecht is dat in geenen deele; daarvoor wordt het veel te veel als een grapje be schouwd, als een welkome afwisseling in het vervelende gehang op zoo'n morgen. Allereerst is noodig handigheid in het omgaan met het geweer, waarvoor de gymnastiek en vooral het schermen met het geweer onontbeerlijke grondslagen vormen. Daarna worden de verschillende 88

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 90