Van Alles Wat.
[Jan. 1916.
werkplaatsen te worden opgeleid. Het eerste zal wegens de hooge
kosten, die inderdaad onevenredig aan het te verwachten succes
zullen zijn, wel niet plaats vinden, bovendien is het veel te onoe-
conomisch om werkplaatsen te onderhouden, waarin slechts enkele
dagen gedurende eenige uren wordt gewerkt. Het oprichten van
ateliers in de groote garnizoenen alleen, waar het in de practijk
wel toe zou komen, heeft bovendien geen nut door de vele over
plaatsingen.
Het tweede middel heeft eveneens onverkomelijke bezwaren. In
de eerste plaats, omdat controle over de menschen zoo niet onmo
gelijk, dan toch in ieder geval buitengewoon moeilijk moet zijn,
maar bovendien hebben we geen fabrieken of werkplaatsen, die
ingericht zijn op het opleiden van personeel, terwijl in de bestaande
fabrieken wel wat anders te doen is, dan toezicht te houden op
leerlingen, die in enkele uren nu en dan eens wat in elkaar trachten
te prutsen.
Het komt mij dan ook voor, dat we met het door kapitein Kiès
in deze voorgestelde niet op den goeden weg zouden zijn.
Soerabaia, 16 December 1915.
H. L. Maurer.
lste Luitenant der Artillerie.
Aankoop nan Paarden.
Terwijl onze commissie in China die Ieelijke knollen kocht, kregen
de renvereenigingen op Java griffir.s uit Australië, die, hoewel kleiner
dan onze gewone Australische paarden, toch veel beter zijn dan
die Mongolen.
Nu gaan er geruchten, dat er eene Iegercommissie naar Amerika
zal gaan. Inmiddels biedt Mr. Malone uit Queensland aan de ren
vereenigingen op Java, van begin Maart 1916 griffins van 3-6 jaar,
minimum hoogte 1.52 M., te leveren. Mr. Malone heeft vroeger al vele
paarden geleverd, o. a. Lonig Tom, het bekende paard van kapt. Bool;
Gladiateur, een prachtig Kommandeurspferd, Tweedledee, reeds voor
het Leger aangekocht, enz. enz. Uitvoer uit Australië van dergelijke
paarden schijnt thans weer mogelijk te zijn; zou het nu geen zaak
zijn de commissie tot aankoop met spoed daarheen te zenden?
M.
G. 0. 3. art. 2.
Grondige kennis van de reglementen en voorschriften, practische
bedrevenheid in de toepassing daarvan en behendigheid in het ge
bruik en de behandeling van de wapens en het pioneergereedschap,
vormen het voornaamste deel van de vakkennis.
91