Van Alles Wat.
Febr. 1916.]
catie door ontvangen treffers, aantal gewonnen partijen (gegeven
treffers) en het schermen zonder secondanten.
Door indiening van een gemotiveerd schriftelijk voorstel kan, na
overweging door de technische commissie, zoo noodig door stem
ming der afdeelingen beslist worden.
Na de officiëele opening in tegenwoordigheid van den Afdeelings-
Commandant en van tal van officieren met hunne dames begonnen
de colonnewedstrijden. Hierbij werd over 't algemeen goed werk
te zien gegeven; het terrein was boven verwachting gunstig. Met
genoegen kon worden geconstateerd, dat de gegeven wenk „eenige
matigheid bij de gebruikelijke apotheose te betrachten" ter harte
was genomen.
De geliefde bloederige tooneelen ontbraken gelukkig.
Niet minder dan 18 korpsen namen aan deze wedstrijden deel.
Bij de beoordeeling bleek de noodzakelijkheid om voor den ver
volge de coëffienten van ieder der factoren vast te stellen.
De personeele en korpswedstrijden van de militairen beneden den
rang van officier (m b.d.r.vo.) zijn ook zeer goed verloopen. In de
eerste plaats een woord van lof aan de deelnemers voor de wijze,
waarop zij zich aan de genomen beslissingen onderwierpen. Een
studie-bezoek van officieren-deelnemers aan die wedstrijden kan
zeker resultaten opleveren.
Het floretschermen van de m b d.r.v.o kan mij, op een enkele
uitzondering na, niet bekoren. Duidelijk blijkt, dat het onderwijs
zeer veel te wenschen overlaat en dat de beschikbare wapens
moeilijk met den naam floretten bestempeld kunnen worden, beter
zouden ze „pook met handvat" heeten.
Om deze redenen zou het dan ook geen verlies zijn, indien de
floretwedstrijden voor m.b.d.r.v.o. werden afgeschaft tot tijd en wijle
goed onderwijs en gebruik van goede wapens hunnen invloed heb
ben doen gevoelen.
Luidt het oordeel over het floretschermen ongunstig, daarentegen
viel het schermen op den sportsabel bijzonder mede, terwijl het
vertoonde bajonetschermen, althans in de personeele wedstrijden,
beslist zeer goed mag worden genoemd.
Een heuglijk feit, hetwelk wel eens naar voren mag worden ge
bracht, waarbij tevens moge worden verwezen naar het in de
Januari-aflevering verschenen artikel „Over het bajonetgevecht".
Op het gebied van bajonetschermen, het wapen van het hoofd
wapen, is dus met de bestaande onderwijskrachten wel degelijk
iets goeds te bereiken.
Het zou m i. wel zoo goed, althans wel zoo economisch met
het oog op de sctu rmmatten zijn, indien bepaald werd, dat op
caoutchouc schoentjes, dan wel op sokken moet worden geschermd.
212