Febr. 191B.J Bokschutters, Inschieten van geweren (c.q. kara bijnen); Verhooging van schietvaardigheid en schietuitkomsten bij den troep. Het snelschieten van tegenwoordig zonder ringscliijven, waarbij ze dus niet weten, waar hun schot is gevallen, draagt het zijne hiertoe bij. Om dit te kunnen controleeren zou de compagnies-commandant zelf de geweren zijner compagnie kunnen inschieten (c. q. een luitenant of onderofficier, die hiertoe de vereischle bekwaamheid bezit), en van deze serie's een (verzamel) aanteekening kunnen aanhouden. Aan de hand hiervan kan hij feitelijk eerst de schietvaardigheid zijner manschappen beoordeelen, daar hij dan op een vasten basis bouwt. Om dit eens nader te illustreeren diene het feit, dat ik eens het geweer beproefde van een lnl. sergeant, die slechts matige schiet uitkomsten verkreeg, en ik bemerkte, dat zijn geweer niet best was. Ik gaf hem een beproefd geweer, en zie, de man ontpopte zich plotseling als een uitstekend schutter, die medetoog als deelnemer aan den Lcgcrwcdstrijd te Batavia, en daar het zijne er toe bij droeg den legerprijs te verwerven. Hij ging kort daarop weg, maar kwam later met de scherpschut terster op zijn mouw weer bij het korps terug. Ik ging nu en dan door mijne geweren te beproeven (n.l. op den schiettafel en op £0 M. afstand) en hield hiervan een staat aan. Zoo verkreeg ik de volgende aanteekeningen. Ik ben er van overtuigd, dat te velde, op posten enz. een groot percent van geweren en karabijnen aanmerkelijke afwijkingen vertoont; er wordt daar dikwijls zelfs geen schijfgeschoten en ik heb dat trouwens zelf vroeger meerdere malen gemerkt. Gaarne geef ik toe, dat zulks daar nu zoo heel erg niet is (daar het optreden gewoonlijk meer speciaal van vlakbij geschiedt), vooral als de I. V. niet meer zoo welig tiert; ik wilde alleen maar zeggen, dat er wel eens een andere oorzaak voor kon zijn, dat er dikwijls vlak langs of over iemand heen geschoten wordt, dan vermoeidheid, zenuwachtigheid of gebrekkige schietvaardigheid, terwijl men later zegt: „hoe is't in vredes naam mogelijk, dat ze niets geraakt hebben". 132

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 10