Febr. 1916.J Mededeelingen betreffende het N.I. Leger. In het Koninklijk Besluit van 21 Juni 1915 No. 29 zijn alle Voorschriften opgenomen betreffende de kleeding van de Onder luitenants en met dezen gelijkgestelde militairen, welke vroeger voorkwamen in de verschillende, in den vorm van een algemeenen maatregel van bestuur vastgestelde regelingen betreffende de insti tuten van deze militairen Aangezien tengevolge van de splitsing van de dienstvakken Inten dance en Militaire Administratie in beginsel was aangenomen de kleeding van het personeel der Intendance niet Officier Intendant zijnde in overeenstemming te brengen met die der Officieren- Intendant is in dat Besluit tevens vastgesteld, dat de Onderluitenants en Adjudant-onderofficieren van den Magazijnsdienst der Intendance gekleed zijn als hun ranggenooten der Infanterie met dien verstande dat de uitmonstering karmozijnrood is en op den kraag der attila een karmozijnrood patje i belegsel) gedragen wordt. Op de zwart lakensche schouderbedekkingen voor de witte jas is een vijfpuntige ster van verzilverd metaal bevestigd en eveneens een karmozijnrood patje aangebracht Wijders is in vorenaangehaald Koninklijk Besluit bepaald, dat de hoefsm donderwijzer met den rang van adjudant-onderofficier de uniform draagt van het wapen, waarvan hij afkomstig is. Met betrekking tot de veldkleeding is door den Legercommandant voorgeschreven, dat voor de Onderluitenants en Adjudant-onderoffi cieren op den kraag van de grijs-groene jas belegsels van zwart laken (zonder vergulde of verzilverde tres) zullen worden ingevoerd en dat op het belegsel voor den kraag der jas van Adjudant-onder officieren—geen instructeur zijnde-een smalle streep van blauwe zijde zal worden gedragen. Tevens zullen de voorschriften nopens de veldkleeding voor offi cieren, onderluitenants en minderen van het Korps-Marechausseè in dien zin worden gewijzigd, dat: 1°. door de subalterne officieren en onderluitenants op den kraag van de grijs-groene jas het gewone rangdistinctief wordt ge dragen, met dien verstande dat het laken van het kraagbelegsel schulpvormig wordt uitgesneden, waardoor een daaronder aange bracht belegsel van genlokt goud galon zichtbaar wordt, zoodanig, dat het zichtbare gedeelte in vorm overeenkomt met het gouden belegsel op den kraag der blauwe attila; 2o door de mindere militairen op de grijs- groene jas ter weer zijden van den kraag een belegsel en op de mouwen een platte krul, beide van oranje en in vorm overeenkomende met dat op de attila, worden gedragen Voor de gegradueerden wordt het laken belegsel achter het rangdistinctief geplaatst. De verstrekking van onafgewerkte rijst (z.g.n. pitjah koelit) aan de troepen op Java en in verschillende garnizoenen op de Buiten- 222

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 116