Mededeelingen betreffende het N.I. Leger. [Febr. 1916. bezittingen, als voorbehoed- en geneesmiddel tegen beri-beri, gaf aanleiding tot herhaalde klachten, omdat bedoelde rijst, na te zijn gekookt, een grauw, onsmakelijk aanzien verkreeg en spoedig tegen stond. In verband hiermede werden in verschillende garnizoenen op Java proeven genomen met de verstrekking van meer afgewerkte rijst, waarop nog voldoende zilvervlies aanwezig was om als pro- phylacticum tegen beri-beri te kunnen dienen. Daarvoor werd gebruikt rijst van het 2e slijpsel. Door den Directeur van het Scheikundig Laboratorium te Wel tevreden genomen proeven met rijstvogels hadden nl. uitgewezen, dat de rijst na die meerdere afwerking (2e slijpsel) nog voldoende zilvervlies bevatte om bij de gebruikers de beri-beri te kunnen bestrijden. Uit de, omtrent het gebruik van deze meer afgewerkte rijst ont vangen rapporten is vrij algemeen gebleken, dat zij bij den troep beter in den smaak valt dan de vroeger verstrekte onafgewerkte zilvervliesrijst (z g. pitjah koelit), terwijl monsters zoowel van gekook te als van ongekookte rijst van het 2e slijpsel, bij onderzoek door den Directeur van het Scheikundig Laboratorium te Weltevreden inderdaad voldoende tegen beri-beri beschuttende stof bleken te be- vatten. Thans is daarom besloten met de verstrekking van de bedoelde, meer afgewerkte rijstzilvervlieshoudende rijst van het 2e slijpsel genaamd—voorloopig voort te gaan. Voor de Buitenbezittingen ligt het in de bedoeling, die rijst alleen dan te verstrekken, indien zij zonder te groote bezwaren van uit Java kan worden opgevoerd en het verbruik uiterlijk 2 maanden ra de pelling kan zijn afgeloopen. Dit laatste voorbehoud moet worden gemaakt, daar anders de zil vervlieshoudende rijst te veel van haar prophylactische werking verliest. Aangezien aan de verstrekking van zilvervliesrijst toch eemge moelijkheaen verbonden blijven en de geheel afgewerkte rijst bovendien bij den troep meer in den smaak valt, worden thans proeven genomen met de bereiding van koekjes (kwee-kwee), waaraan zilvervlies of zilvervlies-extract wordt toegevoegd, met de bedoeling die koekjes in geval, die proeven mochten slagen, in alle garnizoenen van den archipel bij wijze van bijspijs naast geheel afgewerkte rijst te ver strekken. In October 1915 werden de benoodigde gronden onteigend voor de oprichting van het grasland voor Tjmahi en Bandoeng. Het grasland is bestemd om in de allereerste plaats de garnizoe nen Tjimahi en Bandoeng, zoo mogelijk en noodig ook andere garnizoenen en troepen op manoeuvres en meerdaagsche oefeningen van gras te voorzien. 223

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 117