Fcbr. 19!P.| Bokschuttërs, Inschieten van geweren (c.q kara bijnen); Verhooging van schietvaardigheid en schietuitkomsten bij den troep. Wapen- nummer Namen Afwijking Trefkans Toelichtingen 475 la 4, li 2 zeer mooi 478 214, re 4 trefkans? 479 ho 3 gunstig 491 ho 914, li 3)4 goed 492 la 5, re 2 mooi 498 ho 8, li 3 mooi enz. enz. enz. t/m 83 stuks Aan de hand van het S. V. 103 le alinea, en den ad 2e be doelden rechthoek van 5 bij 6 cM. zoude dus feitelijk korrelwijzi ging (verplaatsing) noodig zijn voor de geweren met cursieve nummers (39 stuks v/d 83), zijnde 47°/0, of laten we zeggen alleen voor die der vette nummers daar ik op 50 M. afstand een verheffing of daling van 6 cM. of meer alzoo aanmerkelijkvind. Deze afwijking komt ons op 3C0 M. te staan op eene van 6X6 cM.^ 36 cM., d.i. meer dan kopschijfhoogte,- afgescheiden van de omstandigheid, dat een geweer wel eens tijdelijk iets hoog of laag kan dragen—, terwijl eene afwijking „rechts" of „links" niet „aanmerkelijk" behoeft te zijn (daar ze constant is), en de grens van 214 cM. moet overschrijden. De roode rechthoek in de schets hierachter geeft aan volgens 103 ad 2e, waar het middelste trefpunt buiten moet vallen om tot korrelwijziging of verplaatsing over te gaan. Het aantal der vetgenummerde geweren bedraagt 25 van de 83, of wel 30°/0. Of dit nu te wijten is aan minder goede bokschutters, die ze indertijd inschoten, dan wel aan den geweermaker, die de correctie's aanbracht, dan wel aan andere oorzaken, kan ik moeilijk definitief verklaren. 134 i

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 12