Tactische Oefening op de kaart. 4e Serie. [Febr, 1916. Hoofdmacht. Te 11.15 v.m., als het hoofd der Hoofdmacht pl 17 heeft bereikt, zullen de onderdeelen van de Voorhoede ongeveer de volgende punten hebben bereikt: Hoofdlroep met het hoofd bij T. 484.9, Voortroep met het hoofd bij hoogtep. 495, Inf. spits ter hoogte van T. 510.6, Gros voorh. Cav. aan driesprong verharde wegen Kg. Bawen, Voorste Cav. patrouilles in de lijn Kg. Doplang—G. Rawan Kandangan, Aannemende, dat het te 11.15 v.m. aan den Voorh. Cdt. ver strekte hevel door een motorwielrijder van den Br. Staf. naar de vooruit marcheerende afdeelingen wordt doorgezonden, dan zullen de voorste Cav. patrouilles bij ontvangst van het bevel vermoedelijk Ambarawa en de K. Toentang hebben bereikt, terwijl ook dedaar- achtervolgende echelons van de Voorhoede over korte afstanden verder zijn gemarcheerd dit zal als uitgangspunt worden aangenomen voor de overwegingen van den Voorhoede Cdt. bij de uitvoering van de hem verstrekte opdracht, waarbij er overigens naar moet worden gestreefd, ook de veiligheidstroepen zooveel mogelijk van de rust te doen genieten, en troepenverplaatsingen in andere rich ting dan die naar het aangegeven marschdoel, Ambarawa, tot het Strikt noodzakelijke te beperken. In verband met de ontvangen opdracht zal de Voorhoede Cdt. met de onder zijn bevel gestelde troepen moeten voorzien in den Voorpostendienst en heeft hij zich dus in algemeenen zin te hou den aan het ter zake voorgeschrevene in het V.V. (p. 81 e.v.). Ten gevolge van den korten duur van de rust kan evenwel met een voudige maatregelen worden volstaan, te meer daar nog niet de aanwezigheid van vijandelijke Inf. in de nabijheid werd gemeld, en dus onmiddellijk gevaar voor de te beveiligen Hoofdmacht is uit gesloten. Van daar, dat in dergelijke gevallen gewoonlijk slechts eene eenvoudige opdracht aan den Voorhoede Cdt. zal worden verstrekt en de wijze van uitvoering daarvan geheel aan dezen kan worden overgelaten, zonder dat het noodig is zoo uitgebreide ge gevens te verstrekken, als omschreven in V.V. 226 (1). Evenwel heeft de Voorhoede Cdt. rekening te houden met de omstandigheid, dat het laatste hem bekende bericht omtrent den vijand reeds IH uur oud is, en dus vijandelijke Cav. patrouilles, die er in mochten zijn geslaagd, de vleugels der Zelfstandige of Voorhoedecavalerie te omtrekken, dan wel tusschen de onderdeelen: daarvan door te glippen, reeds de lijn Djatiroengga Bawen Ban- joebiroe kunnen hebben bereikt, en een uur later, wanneer de eigen troepen den marsch zullen vervolgen, een 5 a 7 K. M. meer N. W. waarts Ioopende lijn Kg. Kemasan—Pl 1.8—G. Rata,waar door den vijand de mogelijkheid zou worden geopend, inzicht in 249

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 143