Bokschutters, Inschieten van geweren (c.q. ka- [Febr. 1Ö16. rabijnen); Verhooging van schietvaardigheid en SCHIETUITKOMSTEN BIJ DEN TROEP. iemand, die beslist zuiver schiet (zonder constante richt- ofschiet- fout), die toch zeker per korps of detachement wel te vinden is. Door een en ander worut voorkomen, dat men bokschuiters heeft, die „constante" en „niet constante" richt- en schietfouten maken, zonder dat zulks wordt bemerkt, en waarvan het resultaat is, dat zoo vele geweren afwijkingen hebben, die feitelijk niet zouden behoeven te bestaan, en die tot '„nadeel" strekken van den schutter en dus ook van de schietuitkomsten. Verder zou het wenschelijk zijn, dat voor de „opleiding' een officier gekozen werd, die zelf bok- schieten kan en bovendien nauwkeurig in werkwijze is. 2) Waarom zou men op die wijze, indien bovendien 1 X per jaar de geweren werden beproefd, niet vrijwel normaal schietende ge weren kunnen verkiijgen? Immers: de nieuwe bokschutter is goed, schiet dus een betrouwbare serie; het M. T. valt b v. 4 cM. links en 5 cM. laag. De instrumenten laten toe, dat correctie's rechts "iïnks" worden aangebracht tot in 3/<j cM. nauwkeurig 10 mM. verandering a/d korrel), ergo: wanneer de geweermaker dan geen fouten maakt, schiet het geweer nd de correctie normaal of vrijwel normaal. Indien bepaald werd, dat ingeschoten werd met 7 schoten, dan zou de nauwkeurigheid nog grooter worden; ik noem het getal7, 1) v.w.b. een der middelen, waarmede ik vermeen,'dat een compagnies commandant militairen kan uitzoeken, die aan bovenstaande eischen zul len kunnen voldoen (na opleiding), zie naschrift. 2) Aangezien het zeer onaangenaam is voor den betrokken compagnies commandant bijna voortdurend één zijner luitepants aan den uitruk kenden dienst onttrokken te zien, is het wenschelijk de opleidingsoefe ningen der bokschutters, afgescheiden van punt 14 der „opleiding van bokschutters" dagelijks of bijv. 2 X per week te laten doorgaan onder i toezicht van een vertrouwd gegradueerde, die daartoe de vereischte be kwaamheid bezit. Zoodoende zijn er minstens 3 werkdagen per week voor de aspirantbokschutters, waarvan één onder toezicht van den lui tenant. 13?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 15