Febr. 1916.] Het vonnis van den Krijgsraad van 16 October 1915 en de Sententie van het Hoog Mil. Gerechtshof VAN 17 Dec. 1915 IN ZAKE DE OPNAME VAN HET BEKENDE ARTIKEL VAN ASYMPTOOT IN HET I.M.T. op blz. 197 daarin „een verguizend oordeel over den Javaan als soldaat", wordt uitgesproken, en dat het („nog meer) zal kwetsen", dit laatste naar aanleiding van een protest in gemeld Tijdschrift van een Inlandschen Luitenant over uitdrukkingen als „slungel Kromo' in een ander artikeltje door denzelfden schrijver gebezigd; dat het kwetsende evenwel niet is gelegen in de strekking van des schrijvers betoog a's zoude naar zijne ervaring als jong officier de Javaan als soldaat te velde niet deugen en verre achterstaan bij meerdere volksstammen van de Nederlandsch Indischen Archipel, inzonderheid bij den Amboinees, welke oordeelvelling juist of niet alleszins geoorloofd mag heeten, maar in de een beschaafd man onwaardige uitdrukkingen door hem gebezigd om deze ge dachte aan andere kenbaar te maken; dat de krijgsraad echter ten onrechte heeft beslist, dat de open baarmaking van het opstel gevoelens van vijandschap, haat en minachting heeft opgewekt tusschen twee groepen van ingezetenen van Nederlandsch-Indië, de Inlanders en de Europeanen dat toch, al neemt men met den krijgsraad aan, dat niet alleen de Javaansche soldaat maar ook het Javaansche volk in dat stuk wordt gekwetst, zulks neerkomt op minachting van de Javanen door den schrijver van het opstel, doch de last tot openbaarmaking daarvan in een vaktijdschrift, in welke lastgeving immers het me dedaderschap van beklaagde aan de handeling des schrijvers aan den dag treedt, niet kan gezegd worden er toe hebben medegewerkt, dat tegen de Javanen gevoelens van vijandschap, haat of minachting werden opgewekt bij de Europeesche ingezetenen van Neder landsch-Indië als bevolkingsgroep, zelfs niet bij de lezers van meergemeld tijdschrift, die, kennis nemende van dat opstel, tegelijk hebben moeten kennis nemen van 's redacteurs onderschrift, inhou dende, dat hij dat verguizend oordeel geenszins deelt en daarom de lezers tot tegenspraak opwekt, op welke lezers als behoorende tot het intellectueel ontwikkelde gedeelte van de Europeesche maatschappij, het geincrimineerde opstel ook wat de daarin voor komende ongepaste expressies betreft, niet kan hebben opgewekt gevoelens van vijandschap, haat of minachting tegen de Javanen, weshalve allerminst als bewezen mag worden aangenomen, dat het stuk tengevolge van de openbaarmaking zoodanige uitwerking heeft gehad dat weliswaar deze publicatie heeft tengevolge gehad, dat een paar maanden later in een veel gelezen Maleisch dagblad is verschenen een uit de „Nieuwe Midden Java" overgenomen opstel, waarineen 268

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 162