Het vonnis van den Krijgsraad van 16 October [Febr. 1916.
1915 en de Sententie van het Hoog Mil. Gerechtshof
VAN 17 Dec. 1915 IN ZAKE DE OPNAME VAN HET
BEKENDE ARTIKEL VAN ASYMPTOOT
IN HET I.M.T.
onvolledig en daardoor de bedoeling des schrijvers niet juist weer
gevend overzicht wordt gegeven van „Kromo Buiten" en waarin
wordt verondersteld dat het opstel haat heeft gezaaid tusschen twee
bevolkingsgroepen, d.i. bij de Javanen tegen eene andere klasse
van bevolking in Nederlandsch-Indië (Europeanen of Amboineezen
N.B. Ook de klacht is ten deze niet pertinent, ze hinkt op twee
gedachten, waar eerst gezegd wordt dat het artikel handelt over
de bruikbaarheid van den Javaanschen soldaat in vergelijking met de
bruikbaarheid van den Amboinees als soldaat en later dat het
vijandschap, haat en minachting heeft opgewekt tusschen de Inlan
ders en de Europeanen, daar het is gesteld in het Nederlandsch en de
lezers in hoofdzaak personen zijn, die zich van die taal bedienen!
Het laatste is bovendien aanvechtbaar, omdat thans ook Inlanders
zich meermalen van het Nederlandsch als schrijftaal bedienen en
velen hunner gaarne lezen wat in het Nederlandsch is geschreven),
doch dit slechts mag worden beschouwd als een indirect gevolg
van beklaagde's handeling en beklaagde daarvoor dan ook stelling
niet verantwoordelijk mag worden gesteld,
dat, nu dus geenszins is bewezen dat als rechtstreeksch gevolg
van hetgeen beklaagde heeft gedaan twee bevolkingsgroepen in
dezen Archipel tegen elkander in het harnas zijn gejaagd, beklaag
de alsnog van het hem ten laste gelegde behoort te worden vrijges
proken met vernietiging van 's krijgsraads vonnis;
Gelet enz.
RECHTDOENDE:
In Naam en van wege de Koningin.
Ontvangt het appel,
Vernietigt het vonnis waarvan appél,
Verklaart beklaagde's schuld aan het hem ten laste gelegde met
wettig en overtuigend bewezen,
Spreekt hem daarvan vrij,
Verwijst het Land in de kosten in beide instantiën gevallen.—
269