Men zou mij kunnen verwijten, dat ik van het geweer een „precisiebuks" wil maken en dat ,het geweer gedurende het Ioopende jaar, indien het niet in een glazen kastje wordt opbewaard, wel eens beschadigd wordt, of de loop wat los in de lade kan gaan zitten enz., waardoor het M. T. toch weer verandert. Ik zou hier echter op antwoorden, dat ik niet over een enkele centimeter val, en dat ik slechts de grondslagen van het inschieten grondig wenschte verbeterd te zien, n.l. de bokschutters en de korrelwijziging (verplaatsing), voor zooverre dat bij een zeer goede oefening en behandeling (n.l. een zoo goed mogelijke) mogelijk is. Voor zooverre een wapen beschadigd wordt, blijft immers de bepaling van het S. V. bestaan, dat het geweer opnieuw ingeschoten kan worden, als het steeds 7^". dan wel aanmerkelijk draagt. Indien men meent, of het mocht blijken, dat de eischen, door mij als noodzakelijk voor de bokschutters voorgesteld, te zwaar zijn, welnu dan zou men deze bekwaamheid kunnen doen bemachtigen door hen, die bijna aan die eischen voldoen (kader komt ook in aan merking; dit schiet in 't algemeen vrij goed, vooral als het wat meer aanslagoefeningen doet en een goed geweer in handen heeft) een schietcursus te laten volgen in een of ander centraal of groot garnizoen (Malang, Bandoeng, Batavia). Daar waar het eene korps te kort schiet aan een voldoende aantal bokschutters, kunnen wellicht andere korpsen meerdere detacheeren en kunnen ze na hunne opleiding gelijkelijk worden verdeeld. Wat betreft de mogelijkheid om te kunnen voldoen aan de door mij voorgestelde eischen ad a en b zij nog medegedeeld, dat ik de proef voor mij zelf eens nam met een willekeurig geweer, dat ik nog nooit had beproefd, doch dat geboekt stond als hebbende een nieuwe loop. Ik schoot hiermede twee serie's ad 10 schoten met een kleine pauze na de eerste serie, en onder niet zoo heel gunstige omstandig heden (er stond eenige wind). 1) Hoe aan bokschutters te komen, die kunnen voldoen aan de door mij voorgestelde eischen (nü hunne speciale opleiding ad 1 van de „op leiding van bokschutters"), zou naar mijne meening het volgende een voudige middel kunnen dienen 150 Febr. 1916.] Bokschutters, Inschieten van geweren (c.q. kara bijnen); Verhooging van schietvaardigheid en SCHIETUITKOMSTEN BIJ DEN TROEP.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 28