Febr. 1916.]
Onze Voorschriften voor de Veld-Telefonie.
te hebben, dan dat ze hem een duidelijk begrip van de electrische
verschijnselen bijbrengen. Van hetzelfde thema uitgaande, worden
achtereenvolgens de geleiders en de begrippen positieve en negatieve
electriciteit verklaard. Zoo wordt verteld, dat het wrijven van een
glazen stang met een zijden doek positieve electriciteit en het
wrijven van een harsstang met een kattevel negatieve electriciteit
te voorschijn roept, maar overigens hebben alle lichamen even
veel positieve als negatieve electriciteit, die eikaars werking ophef
fen. Alle lichamen zijn dus neutraal.
Na deze verklaring van de eerste beginselen der electriciteit
worden de elementen en batterijen behandeld. Met vette letters
staat het volgende gedrukt omtrent het samenvoegen van elementen
tot batterijen:
Normaal behooren de elementen naast elkaar te worden verbonden,
d.w.z. dat de gelijknamige polen der elementen met elkaar in ver
binding staan. Wordt hierdoor geen voor het beoogde doel vol
doend sterke stroom verkregen, doordat in den buitenketen een
abnormaal groote weerstand bestaat, of doordat de elementen min
of meer zijn uitgewerkt, dan moeten de elementen achter elkaar
worden verbonden. Deze wijze van schakeling geeft den sterksten
stroom, maar tast de elementen het meest aan."
Ik veronderstel, dat het de bedoeling van den samensteller is
geweest hier algemeene regels voor het gebruik van elementen te
stellen, dus dat hij niet speciaal onze gebruikelijke batterijen van
2 droge elementen op het oog heeft gehad, te meer waar dit hoofd
stuk de electriciteit in het algemeen tracht te behandelen. Hoe
men de zaak echter ook beschouwt, het blijft fout. Wat bedoeld
wordt met het woord „normaal" is onbegrijpelijk, maar afgescheiden
hiervan wordt het vraagstuk van het samenvoegen van elemen
ten tot batterijen beheerscht door de volgende beginselen en
formules.
De wijze, waarop elementen tot een batterij geschakeld moeten
worden, is in hoofdzaak afhankelijk van den inwendigen weerstand
van de elementen en |den uitwendigen weerstand van de geheele
keten.
Nemen we aan, dat van n elementen p achter elkaar zijn gescha
keld, dan zijn er dus j q groepen naast elkaar geschakeld. Noe-
156