BjHj De aanDal door de eerste stormco- j|jj|j
gggg lonne op het middelste fort 1) nnnn
8888 uan de stelling Dan Tsingtao. gggg
Vertaald uit de Kaikosha Kiji No. 494).
Daar het volgende verhaal eene lezing wedergeeft, welke de Tweede
Luitenant Nakamura voor Z.M. den Keizer gehouden heeft, kan het
als een officieel verslag van het gebeurde beschouwd worden. On
voldoende veiligheidsmaatregelen van de bezetting worden de oorzaak
van den welgeslaagden aanval genoemd, doch daarmede is nog niet
alles verklaard. Verrassingen ten gevolge van nalatigheid komen
in eiken oorlog voor, maar hier werd' een troep, die nog niet veel
verliezen geleden en bovendien in de rustperiode over uitstekend
gedekte schuilplaatsen de beschikking had, verrast door een vijand,
die al sedert eenige dagen zeer dicht genaderd was, zoodat een
stormaanval om zoo te zeggen elk uur verwacht worden kon. De
veiligheidsmaatregelen, zooals hierboven medegedeeld, hielden in
geen enkel opzicht rekening met den zeer korten afstand, waarop
de Japanners genaderd waren en heeft de zaak zich werkelijk toe
gedragen, als Nakamura verhaalt, dan heeft de commandant van
schans No. 3 zich aan ergerlijk plichtverzuim schuldig gemaakt.
Wellicht heeft ook medegewerkt een gevoel van volslagen onmacht
tegenover de overstelpende overmacht der Japanners en de over
tuiging, dat eene verdediging tot het uiterste eigenlijk nergens toe
diende.
In overeenstemming met het Japansche origineel is de schrijver
van het stuk, Luitenant Nakamura, die de 1ste stormcolonne aan
voerde, nu eens in den eersten, dan weder in den derden persoon
genoemd.
1) De Japanners noemden schans No. 3 „chuo horui", d.w.z. het mid
delste fort of middenschans. Voor de Japansche benamingen van de
schansen wordt voorts verwezen naar blz. 3 van de Extra Bijlage. I. M. T.
No. 38. (verder in het artikel aangeduid met E. B.)
168