Febr. 1916.] De aanval door de eerste stormcolonne op het het niet mogelijk bleek het keelfront naar behooren af te sluiten. Maar in elk geval hadden wij den buitenwal vermeesterd; het was toen 1.15 v.m., wanneer ik mij niet vergis. Gelukkig snelde ons onze compagniescommandant met de beide andere pelotons der compagnie te hulp; weldra waren deze manschappen op het keel front versterkt door luitenant Takita met zijne mannen, terwijl lui tenant Osaki zich aan het hoofd van een ander gedeelte wendde naar de schuilplaats in de keel. Hier heerschte onder de Duitschers de grootst mogelijke verwarring en een hunner riep ons toe: „kosan" (Japansch voor overgeven of kwartier) Op last van den com mandant der compagnie gaf toen de schrijver zijn commando over aan den onderluitenant Toyofuku, om met de Duitschers over de overgave te onderhandelen. Al heel spoedig was men het met el kander eens. Ik beweerde, dat er reeds 500 Japanners de schans binnengedrongen waren en droeg den Duitscher op zulks aan zijne manschappen mede te deelen; ik gelastte hem alle voorhanden mitrailleurs, geweren en revolvers bij de uitgangen te doen neder- leggen en dat allen binnen moesten blijven. Op mijne vraag naar mijnen ontving ik een ontkennend antwoord en op mijne vraag naar de sterkte van de bezetting luidde het antwoord, dat de schans bezet was door 219 man, m.i. van de officieren, en waarvan 50 man in de schuilplaats op het voorfront. Toen dit onderhoud naar genoegen geëindigd was, werden posten aan de uitgangen van de schuilplaats uitgezet en begaf zich de commandant der stormcolonne met den groepscommandant der genietroepen naar binnen. De te lefoon werd onbruikbaar gemaakt en daarmede de gemeenschap van de middenschans met de buitenwereld verbroken. 2). Onder deze bedrijven hadden de grenadiers het zwaar te verant woorden gehad. Toen de stormcolonne het keelfront bereikt had, werden zij aangewezen om mogelijke vijandelijke tegenaanvallen 1) Klaarblijkelijk een in Japan woonachtig verlofsmilitair. 2) De gebeurtenissen zijn elkander klaarblijkelijk zeer snel opgevolgd. Te 1 u.v.m. is de afdeeling Nakamura afgemarcheerd, een kwartier later is zij tot het keelfront doorgedrongen, en verschijnt de compagniescom mandant met de beide andere pelotons der compagnie. Hoogstwaarschijnlijk heeft deze zich in beweging gesteld, toen de lantaarnseinen hem bericht hadden, dat Nakamura en zijne mannen het werk binnengedrongen waren. 178

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 58