Het schieten op vliegtuigen met geweer [Febr. 1916.
Is eene tweede vuureenheid aanwezig, dan opent deze het vuur
wanneer de le afdeeling het vuur op 500 M. staakt en wel met
eene vizierstelling van 700 M. welk vuur eveneens gedurende 10
seconden wordt afgegeven.
Daarna wordt het vizier op 1000 M. gesteld (waarvoor weder
om te rekenen 5 seconden) welk vuur gestaakt wordt gelijktijdig
met dat van de le afdeeling.
Wordt echter het vliegtuig zóó tijdig ontdekt, dat het vuur reeds
kan worden afgegeven zoo het zich ongeveer verticaal boven de
afdeeling bevindt, dan wordt gedurende 10 seconden met standvizier
gevuurd, waarna het vizier op 500 M. gesteld wordt (voor deze
vizierverstelling wederom 5 seconden te rekenen) Verder wordt
gehandeld als voren aangegeven, met dien verstande; dat thans
c.q. de 2e afdeeling het vuur opent met het vizier van 400 M. bij
den aanvang der le vuurpauze van de le afdeeling.
Deze min- of meer verklarende schietregels komen in het kort
hierop neer, dat:
voor elk vuurbevel wordt gerekend op 15 sec.
elke vizierverstelling „5
elk vuur 10
elke vizierverstelling 3C0 M. meer dan wel minder bedraagt;
de 2e vuureenheid het vuren aanvangt bij de intrede eener vuur
pauze der le afdeeling met 200 M. minder dan wel meer vizier,
al naar mate het vliegtuig nadert, dan wel zich verwijdert.
c. Zich zijwaarts verplaatsend vliegtuig.
Bevindt zich het toestel binnen een hoek van 30° met den bodem,
dan wordt het vuur bevolen met het vizier voor den geschatten
of gemeten afstand.
Tusschen 30° en 40° met 100 M. vizier minder dan afstand.
Tusschen 4C° en 6C° 200 M. minder vizier dan afstand.
Tusschen 60° en 80 400 M. minder vizier dan afstand.
Tusschen 80° en 90° wordt standvizier gebruikt.
Is eene 2e afdeeling aanwezig, dan moet deze al naar mate het
183
MODEL '95, KARABIJN MODEL '95, MITRAILLEUR
M '12 EN GEWEER-MITRAILLEUR MADSEN.