Het schieten op vliegtuigen met geweer [Febr. 1916. „op welke wijze geef ik den schutter het best aan een duimbre de vóór het toestel aan te leggen?" „hoe te handelen, als het vliegtuig véél lager is dan 5C0 M. of zich veel hooger bevindt dan 900 M. en hoe zie ik dat dan wel als mocht blijken, dat de tropische luchtlagen eene minimum snel heid van b.v. 110 KM.p.u. eischen, enz." De beantwoording van al deze vragen vindt in vorenstaande ge gevens een betrouwbaren grondslag. Noodig is het trekken van cirkels in een horizontaal vlak, de af standen tot 1800 M. aangevend en hierop op dezelfde schaal, met hetzelfde middelpunt gelijk becirkeld een verticaal stuk carton te stellenop deze vlakken horizontaal als wel verticaal vliegtuigen te projecteeren en na te gaan, welke bevelen voor de verschillende te stellen gevallen waren te geven. Tot oefening is noodzakelijk een gespannen touw of ijzerdraad op eene hoogte afwisselend van 6.60 tot 10.60 M. ter lengte van minstens 15 M., waarlangs men eene nabootsing - ook 100 X ver kleind van een vliegtuig (één zoowel als tweedekker, zich laat voortbewegen in den tijd dien eene machine van uit de verte tot verticaal boven ons noodig heeft en omgekeerd; ten opzichte hier van waren ook schuine opstellingen in te nemen en veelvuldig vuur- bevelen te geven en te doen geven. De hulpmiddelen zijn eenvoudig genoeg te vinden; allicht leenen zich hiertoe een rij boomen, een dak, een loods of dergelijke; vooral en dat is het voornaamste, wan neer de wil aanwezig is, om ook in dit opzicht gereed te zijn, in dien de nood mocht dwingen tot handelen. P. v. D. Meijden. 189 MODEL '95, KARABIJN MODEL '95 MITRAILLEUR M '12 EN GEWEER MITRAILLEUR MADSEN.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 73