Eenige opmerkingen en voorstellen enz. [Febr. 1916. een gedeelte vooruitgeschoven of voor een nevenopdracht uitgezon den kan worden, zoodat men dan komt tot een gros, waarvan de gevechtstrein ongeveer 1/3 van de totale sterkte bedraagt. Deze gevechtstrein wordt dan een slecht te leiden geheel (er zijn geen officieren, wel opperwachtmeesters administratief ka der— als commandant ingedeeld.) Het is de nachtmerrie van den commandant van het geheel op lange marschen (gedrukte paarden), bij het doortrekken van moeilijk terrein en in de verschillende ge vechtsmomenten. Ter illustratie diene, dat gedurende de Groote Manoeuvres door de L.Cav. bij de Roode Partij 1 eskadron sterk) de Tji Somang in de nabijheid van de spoorbrug bij Depok in 35 min. werd overgestoken, terwijl de gevechtstrein daar ruim 2 uren voor noodig had. Nu geef ik toe, dat de verleiding bestaat om de L Cav. voor het volvoeren van haar taak te voorzien van alle moderne technische hulpmiddelen. Hoe moeilijk het ook is, we moeten trachten ons op een handige wijze te beperken, anders worden de levende strijd krachten, waarom het ten slotte gaat, in hun taak bemoeilijkt. Het wordt langzamerhand „des Guten zuviel" en ik schrik al bij de gedachte, dat we misschien in de toekomst nog een draadloos station en wat postduiven mede te voeren krijgen! Zouden we een licht draadloosstation kunnen krijgen van voldoende capaciteit (tot 59 K.M.), dat snel in werking kan treden, dan zou dat wel een ideaal zijn, doch boven de bestaande telegraafafdeeling zou het zelfs dan een blok aan het been zijn B. De afdeeling gaat in mindering van de frontsterkte der eska drons; het mes snijdt dus van twee zijdengrooter gevechtstrein en vermindering van de frontsterkte. C. De opleiding der afdeeling is opgedragen aan den luit. adjudant te Salatiga, die verder met tal van andere baantjes als officier van werving, opleiding trompetters, de muziek enz. is belast. Is het wat druk op het bureau, dan verslapt de controle op de oefe- 1) Iets anders zou het zijn als een dergelijk station en een duiven- wagen (2 wielig) in den gevechtstrein van de wielrijders konden onderge bracht worden. 191

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 75