de Telegraafafdeeling van de Legercavalerie. [Febr. 1916.
2 Eur. wachtmeesters,
6 Eur. en Inl. geweerruiters,
4 Inl. geleiders munitiedraagpaarden,
16 paarden.
1 telefoonpatrouille
1 Eur. wachtm. of korporaal,
2 Eur. telefonisten,
2 Inl. heipers,
1 Inl. geleider pakpaarden,
7 paarden,
4 Eur. reservetelegrafisten op gevorderde paarden in
oorlogstijd.
.Dit peloton, dat steeds op sterkte moet worden gehouden, zou
dan 3 Eur. wachtm., 15 minderen (bij mobilisatie 19 minderen)
en 23 paarden (bij mobilisatie 27 paarden) tellen.
Het peloton kan administratief bij een van de veldeskadrons
ingedeeld worden en zou teneinde de manschappen ook zooveel
mogelijk als cavalerist te blijven oefenen— de theoretische en practische
oefeningen van dat eskadron gedeeltelijk kunnen volgen, voor zoover
de tijd, benoodigd tot de opleiding van het peloton tot zijn speciale
taak, zulks toelaat.
Het voordeel, dat alle madsenschutters door één officier worden
opgeleid nu staan zij zelfs buiten het pelotonsverband springt
hierbij dadelijk in het oog en lijkt me deze opleiding zelfs zóó
noodig, dat ik het wenschehjk acht om alle madsenafdeelingen van
de cavalerie, gedurende het tijdvak loopende van 15 Nov. tot 1 Mei,
bij dit peloton hunne opleiding (c.q. herhalingsonderricht) te doen
ontvangen.
Na afloop hiervan zouden de madsenafdeelingen van de buiten
eskadrons weder naar hun eskadron terugkeeren om verder in hun
eskadronsverband te worden geoefend.
Verder zij nog hieraan toegevoegd, dat alle manschappen van de
telefoonpatrouille grondig voor seinen met lampen, vlaggen en spiegels
dienen te worden opgeleid, waarbij hier terloops moet worden op
gemerkt, dat de „Handleiding Optischen Seindienst"' hiervoor veel
te onvolledig is. Ik zelf heb voor dat doel veel nut getrokken -uit
de „Instruction du 22 janvier 1913 relative au service de la télé-
graphie optique," die veel vollediger is.
197