Febr. 1916.] Eenige opmerkingen en voorstellen enz. Ook is het wenschelijk de bereden telegrafisten bij groote oefe ningen en manoeuvres in te deelen in het technisch peloton, teneinde te leeren samenwerken met het overige seinpersoneel en hen ver trouwd te maken met de taak, die hen in oorlogstijd wacht. Moet ten slotte al dankbaar erkend worden, |dat in de laatste jaren de L. Cav. tot een krachtiger organisme is uitgegroeid, toch geloof ik, dat zij door een practische samenstelling nog veel aan kracht zal kunnen winnen. Mocht ik, voor zoover betreft het aan mij toevertrouwd gedeelte, in het vorenstaande daarop de aandacht hebben gevestigd, dan is dat reeds meer dan ik durf hopen. J. W. Stoutjesdijk l.e Luit4 Adjudant der Cav. naschrift. Na gehouden bespreking met anderen komt het mij gewenscht voor ook de springmiddelen in het technisch peloton onder te brengen, benevens eenige cavaleristen, vertrouwd met de behandeling van postduiven, die zij op den rug mede kunnen voeren. De pioniergroep (zal ik ze maar noemen) voert de springmiddelen en eenige werktuigen en gereedschappen gedeeltelijk op 1 pakpaard, gedeeltelijk bij den man mede. De sterkte zou kunnen zijn 6 man en 1 Eur. wachtm. of korporaal, allen met pistool bewapend. De last van het pakpaard zou lichter moeten gemaakt worden en de bepakking handiger dan de tegenwoordig aan het paard zwaaiende city-bags. Deze groep zou een intensieve opleiding in het gebruik van springmiddelen en het uitvoeren van pionierwerkzaamheden (maken van vlotten, bruggen, enzmoeten hebben, waarbij zij zoo noodig als ploegbaas moeten kunnen optreden. Resumeerende krijgen we dus de volgende samenstelling van het peloton 2 groepen madsengeweren, 1 groep telefonisten, 1 groep pioniers, 1 groep voor de postduiven (2 a 4 man). Sterkte totaal (met 4 telegrafisten) 28 a 30 bereden minderem met 6 pakpaarden. 198

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 82