Febr. 1916.]
Uit de Practijk.
deelnemers leggen beslag op alle prijzensommige winnen er 4 of
meer en zijn zij niet overgeplaatst, dan zien wij vrijwel diezelfde
het volgend jaar weer zegevierend terug, tenzij er van andere gar
nizoenen nog betere schermers, springers enz. zijn overgekomen.
En dit is één der omstandigheden, die in zoo hooge mate alge-
meene deelname belemmert Wat zegt een zwak schermer, een
middelmatig gymnast bij zichzelf, wanneer opgave gevraagd wordt
op de compagnie van deelnemers? „Ach man, d'r is maar 1 prijs
en er zijn er zoo veel, die beter zijn dan ik, dat er voor mij toch
geen kans is." Zoo redeneert het gros en wij zien enkelen, die
zichzelf terecht of ten onrechte wel een kansje geven, op het slappe
koord verschijnen.
Waarom niet wat beknibbelen op de eerste prijzen en 2e, zelfs
meer prijzen gemaakt? Maar... dan ook meer mededingers! De
eerste-prijswinners zijn degenen, die uit zichzelf ook wel door zullen
gaan met oefenen, met te meer animo als er meer meeleggers zijn.
De middelmatigen zien voor zich dan ook een kans bereikbaar en
gaan zich tevoren er wat vcor oefenen; daar zijn wij al een stap
verder. Maar nog meer succes stel ik mij voor van, waarmogelijk,
een indeeling in twee klassen der deelnemers, evenals dit jaar zal
gebeuren met de schermers op het Wapenfeest van den N. 1 O. S.
Want dan zijn voor nog meer middelmatigen prijzen bereikbaar.
Ook aanmoedigingsprijzen begroote men bij enkele wedstrijden,
door de commissie te bestemmen voor een met „pech" kampenden,
overigens zich zeer inspannenden deelnemer, of een veel belovenden
dito.
In veel meer takken van sportwedstrijden houden; waarom wor
den als regel slechts de traditioneele, hierin genoemde nummers op
het programma gebrachter staan er toch veel meer in het Gym
nastiek Voorschrift? Gebrek aan tijd! De wedstrijden moeten in 2,
hoogstens 3 dagen afgeroffeld worden. Is dit dan ook geen oefening
voor den troep? Zoolang er zoo weinig deelnemers worden toege
laten niet, neen, doch laat men dan het aantal opvoeren, dan komen
we immers juist, waar we heen moeten! Het weegt dunkt mij geheel
op tegen 1 dag velddienst of grondige reiniging in het kwartier
minder.
Zeer in mijn smaak viel in dit opzicht het uitgebreide programma
der garnizoenswedstrijden te Magelang, dat kort geleden in de
nieuwsbladen verscheen; dat gaf gelegenheid hetgeheele lichaam te
toonen, niet enkele spierbundels, en het was ook zoo juist „voor elck
wat wilsWanneer zien wij op de wedstrijden nu eens drie- en
vijfkampen verschijnen? Winners daarvan zijn heel wat meer waard
dan kerels met ballen van armspieren, die geen meter hoog kunnen
springen, enz.
Verder een bede om hulp van mijn collega's. Als men het met mij
eens is over het genoemde voorbeeld van de Batons Infie, moet men
er toe komen daaruit te besluiten, dat de tweede eisch aan onze wed-
204