W
Tactische Oefening op de kaart.
4de 5erie.
Oplossing Oefening No. 1.
De voorhoede zal gesplitst zijn in Hoofdtroep, Voortroep en Voor-
hoedecavalerie, terwijl door den Voortroep een Infanteriespits is voor
uitgeschoven. (De redactie van V.V. p. 67(1) komt minder juist
voor, aangezien deze den indruk zou wekken, dat ook de Inf. spits
rechtstreeks onder de bevelen van den Voorhoede Cdt zou staan,
hetgeen uiteraard niet de bedoeling is).
De geheele Cavalerie, i.e. Cav. R.H. 3, kan als Voorhoedecavalerie
worden ingedeeld, het daaraan onttrekken van een aantal ruiters
voor den ordonnansendienst, hetgeen in het algemeen zooveel mo
gelijk moet worden beperkt, kan hier geheel achterwege blijven,
aangezien bij den Br. Staf reeds over een auto van het V.A.K., 2
motorwielrijders, 3 ordonnanswielrijders en 2 cavaleristen voor het
overbrengen van bevelen en berichten wordt beschikt, terwijl verder
de bataljons Inf. ieder nog 6 wielrijders hebben, die hiervoor kunnen
worden gebezigd.
Omtrent de sterkte en samenstelling van den Voortroep staat in
het V.V. niets vermeld. Het doel, met het echelonneeren in de
diepte beoogd, is tweeledig. In de eerste plaats wordt hierdoor de
kans op verrassing van de eigen Hoofdmacht door den vijand ver
minderd, doch verder is zulks onontbeerlijk als veiligheidsmaatregel
voor de kern van de Voorhoede, n.l. den Hoofdtroep. Bij het bepalen
van de sterkte en samenstelling van den Voortroep zullen zich
dus geheel overeenkomstige overwegingen doen gelden t.o.v. den
Hoofdtroep als voor de samenstelling van de Voorhoede t.o.v. de
Hoofdmacht (V.V. 66 (1).) In het onderhavige geval zou de
Voortroep dus aan Inf. 1 a 2 compagnieën sterk behooren te
zijn. Indien het gewenscht voorkomt nog onderdeelen van andere
wapens aan den Voortroep toe te voegen, verdient het in verband
met de veiligheid dier hulpwapens aanbeveling de Inf. niet te zwak
temaken. Toevoeging van Genietroepen aan den Voortroep ver
schaft het voordeel, dat bij eventueele noodzakelijkheid tot het
opruimen van hindernissen of het herstellen van wegen en bruggen,
de werkzaamheden zooveel eerder kunnen aanvangen, en dus de
kans op vertraging in den marsch van de Hoofdmacht vermindert.
Voorts zou de toevoeging van eenige mitrailleurs, b. v. 1 sectie, in
overweging kunnen worden genomen. Aangezien kans op een ont-
245