XX 5e* schieten op Dliegtuigen met ge- XX meer model '95, karabijn model '95, sriB mitrailleur ffl' 121) en gemeermiirail- XX leur ffladsen. Hoewel eene beschouwing van de kogelbaan (bundel) in hoogere luchtlagen van groot gewicht moet worden geacht, zullen de uit komsten daarvan van ondergeschikten aard blijken op het practisch beschieten van bestuurbare ballons en vliegtuigen. Hierbij toch zal snelheid van handelen hoofdeisch zijn, zullen berekeningen tot een minimum beperkt moeten blijven, terwijl ver schil in invloed op de baan (bundel) door die hoogere luchtlagen uitgeoefend een kleine factor wordt, vergeleken bij de wisselende snelheden der luchtvaartuigen, keuze van vizier en mikpunt, enz. Toe te passen schietregels zullen daarom in eenvoud moeten uitmunten. Schietregels-. Boven den afstand van 1200 M. wordt op vliegtuigen geen geweervuur afgegeven. Bij naderend- en weggaand vliegtuig wordt gericht op den voor kant in de bewegingsrichting; bij een zich zijwaarts verplaatsend vliegtuig moet worden aangelegd vóór het vliegtuig, op ruim eene duimbreedte bij uitgestoken voorwaarts gestrekten arm. De kleinste vuureenheid ter beschieting van een vliegtuig, is eene sectie (1 mitrailleur). Als houding wordt aanbevolen de knielende, op beide knieën met doorzitten. a. Naderend vliegtuig-. Het vuurbevel wordt gegeven, wanneer het vliegtuig, gerekend tusschen de uiteinden der vleugels, gedekt wordt door een kogel- ij Door de Q.S. zijn reeds twee toestelletjes aangemaakt, die zelfs het verticaal omhoog schieten met den mitrailleur toelaten. 181

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 63