Overzicht van eenige Buitenlandsche Tijdschriften. [Juli 1916.
Centrale mogendheden. Wanneer België's grondgebied voor den
verderen duur van den oorlog door beide oorlogvoerende partijen
zou worden ontzien, wordt het gevaar voor Zwitserland vergroot.
In het zuiden zou men het oorlogsterrein kunnen zoeken, dat in het
noordwesten verloren ging.
De overwegingen van den schrijver berusten op het weinig waar
schijnlijke feit van eenen afzonderlijken vrede en zijn voor ons alleen
van belang, waar zij Holland betreffen.
Bij het bespreken van de schadeloosstellingen, die men België
na den oorlog zal kunnen aanbieden, noemt de schrijver ook Maas
tricht en Zeeuwsch - Vlaanderen.
Uit een ethnografisch en geografisch oogpunt behooren deze
gebieden volgens gezaghebbende politici tot België, zegt schrijver.
Hij meent, dat na den oorlog Holland wel genegen zal zijn om
over afstand te onderhandelen b.v. tegen compensatie in koloniaal
gebied.
Het is te hopen, dat dergelijke opvattingen niet te zeer verbreid
worden. Reeds meermalen is er op gelezen, dat met het eindigen
der vijandelijkheden niet tevens een einde komt aan de gevaren
die Nederland bedreigen.
Deze aflevering bevat verder het slot van het artikelComment
percer Ie front allemand
Werden in de vorige aflevering beschouwingen gegeven over het
optreden der artillerie vóór en tijdens den aanval, thans wordt de
aanval der infanterie behandeld.
De Zwitsersche criticus wijst op de moeilijkheid, die het in bewe
ging brengen van mijlenlange infanterie-linieën met zich brengt.
Bij het uitgebreide front kan de artillerie op vele plaatsen de
stelling stormrijp hebben geschoten, terwijl elders de infanterie-
aanval nog geen kans van slagen heeft. Men kan de troepen niet
te lang in de uiterste zenuwspanning laten, die hen vóór den aanval
beheerscht, op gevaar af den aanvalsdrang te zien verzwakken.
Een en ander leidt tot versnippering van den aanval en tot slechts
plaatselijke successen.
Den algemeenen aanval op een bepaald uur in te zetten, kan
tot ernstige nadeelen lijden. De voorbereiding kan nog onvoldoen
de zijn, atmosferische invloeden kunnen ongunstig werken. Optische
signalen of geschutsalvo's worden bij het tumult van den slag
en de heerschende spanning niet opgemerkt. Bij de korte afstanden
die vriend van vijand scheiden, is een te laat verleggen van het
artillerievuur oorzaak van groote verliezen. Verbinding tusschen in
fanterie en artillerie blijft nog steeds moeilijk en het overkomen
van desbetreffende berichten onzeker.
Vandaar, dat men er bijna uitsluitend toe is overgegaan den aan
val toch op een vooruit bepaald tijdstip te doen beginnen.
799