Juli 1916.] Overzicht van eenige Buitenlandsche Tijdschriften.
Geeft het horloge dat tijdstip aan, dan dringt men achter een
officier door de bij nacht gemaakte openingen in de eigen versper
ring vanuit een linie en stor.t zich op den vijand, hopend hem te
bereiken, voor hij zijne schuilplaatsen heeft kunnen verlaten.
De schrijver der brochure wenscht, wanneer de infanterie een
grooteren afstand te doorloopen heeft (b.v. meer dan 100 M.), eene
open linie met 5 pas tusschenruimte en op 50 M. daarachter eene
geslotene.
De voorste linie vuurt gedurende de beweging, daarmede de tweede
in staat stellend, zonder vuren voorwaarts te rukken.
Met den Zwitserschen Criticus, zijn wij van meening, dat het
resultaat twijfelachtig schijnt.
De kapitein Laffarque acht zelfs bij den aanval het in den pas
marcheeren en gericht blijven mogelijk en gewenscht.
„A Neuville, nous marchames tout d'abord au pas, puis au petit
pas de gymnastique, alignés comme a la parade."
Menigeen zal uit dezen oorlog andere lessen hebben verwacht;
de schrijver in de Revue militaire suisse, twijfelt aan het waarne
mingsvermogen van den kapitein Lafarque.
„Wanneer men op de ijzerdraadversperring stuit", aldus de brochure,
„begint de periode van den storm en van het individueel gevecht;
men kan de manschappen niet meer be'etten te vuren; een ieder
tracht zich met zijn eigen geweer te beschermen. Individueel over
schrijdt men de hindernis, om aan de andere zijde het vuur te her
vatten
„Is de eerste loopgraaf ggnomen, dan herstelt men het verband
10 meter verder in liggende houding. In deze nieuwe linie aange
komen, opent ieder het vuur op de tweede loopgraaf. Is het verband
hersteld, dan gaat men tot den aanval daarop over."
Terecht wijst de critiek erop, dat eene dergelijke eenvormige
aanvalswijze niet wel mogelijk is. Deze zal wisselen met het jaar
getijde, plaatselijke inv oeden doen zich gelden en de aard der troepen
benevens hunne uitrusting zijn niet weg te cijferen.
Schrijver wil de 2e aanvalslinie de loopgraven doen verlaten, als
de lste 0p de vijandelijke stelling stoot en niet eerder, om vermenging
met de lste linie te voorkomen.
Zij moet eene zelfstandige taak vervullen, delste linie zoo noodig
vervangen en hare actie doorvoeren.
De tweede linie moet ontwikkeld zijn en niet bestaan uit kleine
colonnes, met déploiements-tusschenruimte. „A la guerre il faut être
déployé longtemps avond les balles."
De brochure geeft eene levendige beschrijving van den toestand
in de stelling, als de lste linie daarin is doorgedrongen.
De steunpunten bieden nog weerstand; in de 2de loopgravenlinie
tracht de verdediger het doordringen van den aanvaller te stuiten
en tijd te winnen voor het oprukken van reserves.
800