Overzicht van eënige Buitenlandsche Tijdschriften, fJuli 1916, Nu komt de 2de aanvalsgolf opgezet om den wankelenden ver dediger tot wijken te brengen. Mitrailleurs en lichte vuurmonden zijn voor deze golf uitgegaan. Het lichte geschut werpt een regen van granaatjes, waar zich maar het gehamer van machinegeweren hooren doet. Onmiddellijk, nadat de voorste loopgraaf genomen was, zijn bege leidende batterijen voorwaarts gerukt. De overige artillerie houdt 's vijands gemeenschappen onder spervuur en beschiet de 2de ver dedigingslinie. Zoo wordt het oprukken der 2de aanvalsgolf door een hevig vuur beschermd Deze zal nu de steunpunten neutraliseeren, door de randen daarvan in bezit te nemen. Het grootste deel zal echter niet zijne krach ten verspillen aan het ingewikkeld samenstel van deze „centres de résistance", maar in de tusschenliniën doordringen. „Pour reprendre une expression du Songe d'une nuit d'éié en la modifiant légèrement, un centre de résistance est un filtre dans lequel on peut verser des bataillons et des régiments: il n'en rendra que quelques gouttes". De overwinning ligt recht vooruit. De troepen, in de intervallen doorgedrongen, vallen nu zonder aarzelen de tweede verdedigings linie aan („de vive force, sans souci de manoeuvrer, tentation de la mollesse et de l'indécision".) Ook hier laat men zich niet door de steunpunten binden. Hunne werking wordt onderschept door de buitenranden te nemen. Nu nadert de aanvaller het open veld. De weerstand, die hier en daar nog geboden wordt en waaraan de 2e aanvalshnie, die recht vooruit stoot, geen eind heeft kunnen maken, wordt door oprukkende reserves gebroken. Eindelijk, na den aanval over 5 a 6 K.M.te hebben doorgevoerd, staat de aanvaller in het open veld. Verrassend op;reden, snelheid van beweging en handig manoeuvreeren zullen de paniek meer en meer om zich heen doen grijpen. De vijand zal geen stelling meer vinden, waarin hij zal durven front maken; hij zal in een wilde vlucht gejaagd worden als de onheilbrengende kreet weerklinkt: „Les Francais." De Zwitsersche criticus uit zijn twijfel aan de waarde van een aanvalswijze, zooals de brochure die propageert. Zijn twijfel gaat verder en treft zelfs den aanval in het algemeen. Tegenover een krachtigen vijand, zegt hij, kan men het bijna als zeker aannemen, dat bijzondere maatregelen voor den aanval nut teloos zijn; deze is toch voorbestemd te mislukken, wat men ook doe. Men doorbreekt het front niet, of zoo dit al lukt, is men niet meer in staat, om van dit succes partij te trekken. Den aanvaller treft het lot van het renpaard, dat aan den finish doodvalt. 801

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 107