Terr einvoorstelling op kaarten. Juli 1916.] verweeringsproducten gevormde aardlaag. Naarniafe van het weer standsvermogen van de verschillende gesteentesoorten had die ver weering sneller of langzamer plaats en dientengevolge moet ook in de soort van het gesteente de oorzaak gezocht worden, dat naar aard en wezen zulke verschillende bergvormen ontstonden, b v. de ronde er mollige vormen van zandsteen- tegenover de scherpe en hoekige vormen van leisteengebergten. Die verschillen zijn dikwijls zoo geprononceerd en vallen zoo duidelijk op, dat in eene naar juiste grondslagen samengestelde kaart, uit de vormen eene conclusie getrokken moet kunnen worden omtrent den aard van het gesteente, waaruit het gebergte is opgebouwd. Dr. H. Muller zegt dienaangaande, dal op eene goed bewerkte topographische kaart reeds eene menigte geologische aanwijzingen voorkomen, die dadelijk leesbaar zijn voor den vakman en wel des te beter naarmate de voorstelling van het relief natuurgetrouwer is En H. von Zeller haalt in zijn „Die Entstehung des geog- nostischen Atlasses von Wiirttemberg im Masstab 1:50.000" de volgende uitspraak van den bekwamen topograaf K. E. Paulus aan. „De vormen van de gebergten staan in nauw verband met den aard van de gebergtenzijn alzoo de vormen juist weergegeven, dan kan men zich licht eene voorstelling maken omtrent den aard van een gebergte en is omgekeerd de aard van het gebergte goed onderkend, dan komt men gemakkelijk tot eene conclusie omtrent het hoofdkarakter van de bergvormen, hetgeen in uitgestrekte, dicht begroeide boschstreken den terreinopnemer veel houvast kan geven." staan, of wel plotseling met kracht indringende watervloeden waren in liet spel geweest, eene voorstelling waaraan de geschiedenis der zondvloed niet vreemd kan zijn. Van de nieuwe generatie der morfologen treden op den voorgrond de Amerikaansche geograaf W. M. Davis en zijn Duitsclie collega A. Penc'k. Wat de eerste betreft, wordt o.m. verwezen naar zijne voordrachten als „Austauschprofessor" aan de universiteit te Berlijn, welke onder den titel „Die erklarende Beschreibung der Landformen" in het Duitsch bewerkt zijn door Dr. A. Ruhl. 1) Hierbij wordt echter opgemerkt „Der weitaus grösste Teil unserer Topographen hat sich mit geologischen Studiën niemals befasst, obwohl 704

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 10