1 ERREINVOURSTELLING OP KAARTEN.
lerecht erkennende, dat men niet van eiken terreinteekenaar ge
ologische kennis kan eischen en dat bovendien bij individueele op
vatting de eenheid in de voorstelling zou lijden, acht G. van Dit-
trich, kapitein bij het militair geografisch instituut te Weenen het
wenschelijk den kartograaf hulpmiddelen ter beschikking testel
len, door welke vóór het begin van den arbeid, een zich aan het
doel en de schaal der kaart aanpassende, volkomen natuurgetrouw-
<aiakteristïek beeld van het in kaart te brengen terrein gevormd
kan worden 2). Hij wil zulks bereiken door
1. Karakteristieke fotografien (geografische karakterbeelden),
2. Karakteristieke terrein- (fisiognorpie-) concepten,
3. Karakteristieke profielen. 3)
Nog grooter dan de invloed van de verweering, is die welke de
inwerking van stroomend water op de gedaante van het aardopper
vlak uitoefent, die van de erosie.
1) Uber naturahnlich-charakteristische Darstellung des Terrains in den
Karten.
2) Alle Anforderungen, welche bezüglich der Terraindarstellung an die
offiz,ellen Kartenwerke gestellt werden, gipfeln darin, dass das Terrain
naturahnlich-charakteristisch wiedergegeben werde. Der Kartenbenützer
soil jener,Eind ruck, welchen das Terrain in der Natur auf ihn macht, auch
aus der Karte, leicht und rasch gewinnen, bzw. sollen bei Karten kleineren
Massstabes und grosserer Verjüngung, sofort der Hauptcharakter der Ge-
birgsmassen, ïhre Formen im grossen klar zu erkenen sein.
Dies wird aber nur dann möglich sein, wenn die Physiognomie der
Berge und Gebirge richtig erfasst und mit ihren charakteristischen Merk
malen Eigentumlichkeiten usw. in einer dem Massstabe und dem Zwecke
der Karte entsprechenden Weise klar und deutlich wiedergegeben wird.
o) Om het hoogst mogelijke effect te kunnen bereiken, willen Hammer
Habenicht e.a. de kartografen in twee groepen splitsen.
een, die wetenschappelijk gevormd is en concipieert,
een, die technisch gevormd, artistiek aangelegd is en. hoofdzakelijk
mechanische arbeid levert.
De tweede groep moet werken onder voordurende controle van de
eerste groep.
Hie,raf" z°u toe te voe£en zii"> dat de wetenschappelijke kartograaf zoo
mogelijk het terrein uit eigen aanschouwing moet kennen.
706
