Terreinvoorstelling op kaarten. [juli 1916. Het in den vorm van regendruppels op het gebergte neervallende water is geneigd langs den kortsten weg van boven naar beneden te stroomen, zoekt hierbij immer die plaatsen uit, waar de geringste tegenstand wordt ondervonden en effent en verdiept zijne baan steeds meer en meer Tegelijkertijd voert het stroomende water eene groote hoeveelheid verweeringsproducten met zich naar beneden en zoo zijn in den loop der tijden in hoogere streken de toppen en ruggen, in het bijzonder de door de laatste gevormde waterscheidingen, meer en meer naar voren getreden, terwijl aan den voet der verheffingen, door de kracht van de met het water meegevoerde steen- en aardmassa's, de kleine oneffenheden meer malen genivelleerd werden. De erosie bestaat nu eens in het meevoeren van het op de bed ding liggende grint ablatiedan weer gaat dit gepaard met een uitschuren der bedding corrosienu eens is de erosie verticaal gericht (diepteërosie), dan weder worden slechts de beide oevers aangetast (zijdelingsche of laterale erosie). De invloed van de erosie is afhankelijk van: 1. de grootte van de stootkracht, d. i. de kracht, die overblijft, nadat de inwendige wrijving overgewonnen is; 2. de verhouding tusschen de stootkracht en de kracht noodig voor het transport der reeds opgenomen erosieproducten; 3. den meerderen of minderen weerstand, welke door de gesteen ten wordt geboden. De weerstand, die door de gesteenten aan de erosie wordt gebo den, is van grooten invloed op den vorm en de richting der dalen. In harde gesteenten slijpt het water smalle, diepe dalen met steile hellingen uit; in weeke gesteenten breede dalen met zachte hellin gen. Worden afwisselend harde en weeke gesteenten doorloopen, dan draagt de vorm van het dal daarvan duidelijke sporen. Wordt een dal gevormd in horizontale lagen met verschillend weerstandsvermogen, dan bezitten de hellingen een terrasvormig 1) Chaque goutte de pluie qui tombe sur le sol, abstraction faite de la partie qui s'évapore ou s'infiltre, se rend a la mer, quelque éloigné que soit du rivage le point que Ton considère, et quelque faible que soit la, pente de la région. G. de la Noe et Emm. de Margerie. 707

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 13