Terreinvoorstellinq op kaarten. fjuli 1916.
Lang duurde het eer men over betrouwbare hoogtegegevens kon
beschikken. De in zijn tijd zoo beroemde kosmograaf Sebastiaan
Munster gaf in zijn Cosmographia (1544) aan sommige bergen
eene hoogte van 20 K. M en de geleerde jezuiet Riccioli meende
honderd jaar later nog, dat in den Kaukasus toppen van 10 geogra-
phische mijlen (ruim 74 K. M.) hoogte voorkwamen, terwijl zelfs
Snellius de hoogte van den Etna op meer dan 25000 rijntandsche
voeten (7318 M.) berekende.
Al werden dan aanvankelijk nog grove fouten gemaakt, de hoogte
metingen van bergtoppen begonnen eerst in de 18e eeuw. Eene
groote verbetering werd verkregen, toen men gebruik ging maken
van den barometer, hetgeen het eerst geschiedde in Zwitserland in
de jaren 1705-1707 In 1772 werd door André de Luc eene al
gemeen geldende formule gevonden, die later herhaaldelijk verbete
ringen en vereenvoudigingen onderging. In den nieuweren tijd zijn
veel nauwkeuriger resultaten bereikt met driehoeksmeting en water
passing.
Werden in de middeleeuwen de gebergten aangeduid dcor rijen
molshoopen, zooals zij van de er voor gelegen vlakten waren waar
genomen, tegelijk met het invoeren der hoogtemetingen (2) werd
ook de terreinvoorstelling beter. De rijen molshoopen begonnen
plaats te maken voor den rupsenvorm, waarbij men de opneming van
het terrein als van uit de hoogte geschiedende dacht en fijne even
wijdige of straalsgewijze loopende streepjes de hellingen aanduidden.
Deze wijze van aangeven van het relief van den bodem, waaraan
voornamelijk de stoot werd gegeven door de in Frankrijk op.den
voorgrond geschoven Waterscheidingstheorie 3), bleef nog langen
2) Voor de moderne hoogtemetingen wordt als regel uitgegaan van een
punt, welks hoogte ten opzichte van den gemiddelden stand van het zeeop
pervlak uit eene lange reeks van waarnemingen is bepaald. In dezen zin
bestaat voor Java geen algemeen vergelijkingvlak. Op Sumatra is uitgegaan
van Padang-Lampong-Siboga-en Delipeil.
Eene nauwkeurigheidswaterpassing ontbreekt hier te lande helaas nog;
ten dien opzicht zijn én de Engelsche èn de Fransche èn de Duitsciie
koloniën ons ver vooruit.
3) Eene waterscheiding is iedere lijn, die twee verschillende richtingen
van waterafvoer scheidt, of iedere lijn, waarop twee hellingen van het
landoppervlak elkander ontmoeten. Met betrekking tot het bodemrelief
verdeelt men de waterscheidingen in concordante, die overeenkomstig zijn
709
1) J.j. SCHEUCHZER (11)72-1733.)