Terreinvoorstelling op kaarten. [Juli 1916. Nog (wenige Dinge der physischen Erdkunde haben ja so viele Namen is de naam isohypsen in gebruik (2). Aan de hoogtelijnenkaart ging de dieptelijnenkaart vooraf. De dieptelijnen werden het eerst gebruikt door den Nederlandschen ingenieur Chruquius op eene kaart van de Merwede, die in de eerste helft van de 18e eeuw verscheen. De stoot tot de eerste hoogtelijnenkaart werd gegeven door du Carla, die zelf geen practisch kartograaf zijnde, de uitvoering er van overliet aan zijn vriend Dupain, wiens eerste ontwerp in 1791 publiek eigendom weid. De tranches komen dichter bij elkaar, naarmate de hellingen steiler zijn. Liggen zij op ongeveer onderling gelijke afstanden, dan heeft het terrein eene geleidelijke helling; worden de onderlinge afstanden op de kaart van beneden naar boven steeds grooter, dan is de helling convex, in het tegenovergesteld geval concaaf. De ruggen worden door de uitspringende, de sleuven door de inspringende gedeelten van de kromme lijnen aangegeven. De hoogtelijnen hebben hunne keerpunten op de lijnen van de grootste diepte en die van de grootste hoogte, zij snijden alle lijnen van het sterkste verval loodrecht. Worden de hoogtelijnen slechts lang genoeg gevolgd, dan keeren zij in zich zelve terug, alle hooger gelegen hoogtelijnen worden door de lager gelegen omsloten. De eenige uitzondering op dezen regel vormen de ketel-en krater- vormen, hier worden de dieper gelegen hoogtelijnen door de hooger gelegen omsloten 3). Steeds echter geldt: dat iemand, die eene hoogtelijn voortdurend in dezelfde richting zou blijven volgen, het terrein steeds aan dezelfde hand zou zien dalen of stijgen. Bij de hier behandelde voorstelling van bergterrein wordt de helling tusschen twee snijdingsvlakken als regelmatig aangenomen. Kleine afwijkingen buiten beschouwing gelaten, is de daardoor verkregen voorstelling in de meeste gevallen voldoende nauwkeurig, 1) Prof. Dr. E. Hammer. 2) isos gelijk, hypsoma of, hypsos verhooging, hoogte. Voor zee kaarten spreekt men van isobathen (bathos diepte). 3) Voor de duidelijkheid is het gewenscht dit uitzonderingsgeval ken baar te maken, hetzij door een pijltje of, zooals op de Oostenrijksche kaarten geschiedt, door een minteeken. 713. I. M. T 1916. 46.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 19