Juli 1916.] Terreinvoorstelling op Kaarten. l'échelle de la carte, de mesurer la pente par l'écartement des courbes). Dit goede ook hier te land gehuldigde en- door zijne gemakke lijke betrekking van 12 nog beter tot zijn recht komende principe, dat daarom zoozeer aanbeveling verdient, omdat bij eene reductie der kaart op b.v. tweemaal kleiner schaal, het slechts noodig is om de andere eene hoogtelijn weg te laten en het voorts mogelijk maakt, uit het aantal hoogtelijnen tusschen twee cötepunten zon der verdere aanwijzingen de schaal der kaart af te leiden, werd echter voor de Fransche kaart verworpen. In hoofdzaak, omdat het practisch onmogelijk zou zijn, zoowel voor de vlakte, als voor bergland een systeem te volgen. En ook elders houdt men helaas niet vast van eene constante verhouding. In Pruisen worden b.v. op de 125.000 bladen de hoogtelijnen normaal op 5 M. getrokken, in vlakkere terrein ook op 2,5 en 1,25 M., terwijl in steilere terreinen de afstand der snijdingsvlakken op 20 M. is vastgesteld. Omdat men echter onwillekeurig de hoogte beoordeelt naar het aantal hoogte lijnen, wordt, zooals ook trouwens Hinks terecht opmerkt, door het aannemen van afwisselende afstanden der snijdingsvlakken geen juist terreinbeeld gegeven en kan er dan ook alleen genoegen mede genomen worden, wanneer het gaat op kaarten voor zuiver con structieve doeleinden. Voor de voorstelling van de terreinvormen door hoogtelijnen is het volstrekt niet noodig den loop van elke hoogtelijn op zich zelf door meting te bepalen; meer dan voldoende is het, wanneer de hoogte bepaald wordt van die punten, waar de helling van het terrein verandert. Ligt een ingenomen standpunt b. v. op 131.7 M. en is het de bedoeling de hoogtelijnen op 12.5 M. aan te geven, dan moet vastgesteld worden, waar naar beneden de hoogtelijn 125 M., naar boven de hoogtelijn 137.5 M. ligt, dus over welken afstand het terrein 6.7 M. daalt, resp. 5.8 M. stijgt. Met behulp van de formule tang x zijn die afstanden gemakkelijk te vinden en dus de ligging der hoogtelijnen wiskunstig nauwkeurig te bepalen. Voor het topografisch beeld van de afwisselende terreinvormen is eene wiskunstig zoo nauwkeurig mogelijke voorstelling echter 720

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 26