Juli 1916.] Geschiedkundig overzicht van de hand- en vuist vuurwapenen SEDERT 1816 de vervanging door de karabijn, werd, in verband met de de in 1849 aangewezen voorraad en nadat eenige sappeursgeweren tot karabijnen waren getransformeerd, de Cavalerie bewapend met de karabijnen M. 1815, 1825 en 1842, zijnde deze laatste eerst kort te voren uit Nederland aangevoerd en niet tot de bestaande Indische verkorte modellen teruggebracht. (Eerst in 1858 werd de Cavalerie uitsluitend bewapend met het pistool M. 1850 en de lange ka rabijn M. 1842, met uitzondering van de Garnizoenen te Soerabaia en Makasser, die de (verkorte) karabijn. M. 1825 verkregen). Ofschoon reeds in vorige jaren in Europa het nut gebleken was om getrokken wapens te bezitten, deed de omstandigheid, dat men het aldaar omtrent de doelmatigste inrichting in het geheel niet eens was, de uitzending dezer soort wapens vertragen. Wel waren alreeds in 1830 getrokken jagerbussen uitgezonden, doch deze hadden niet voldaan, als gevolg hunner slechte confectie. Eerst in 1847 werden, voornamelijk met het doel om tot verde diging van vaste punten te dienen, 195 walbussen 2) uitgezonden. Met deze bussen werden vrij gunstige resultaten verkregen, waarom in 1848 besloten werd nog 565 stuks uit Nederland aan te vragen, waarvan 150 ter bewapening van een compagnie walbusschutters, die voorloopig uitsluitend tot opleiding van scherpschutters zou worden bestemd; tot de oprichting dezer compagnie werd inmiddels het noodige voorbereid. In antwoord op bovenbedoelde aanvraag werd in 1849 medege deeld, dat de walbussen reeds door nieuwe uitvindingen op den achtergrond waren geplaatst, waarom werd voorgesteld het zooge naamde ovaalgeweer, in gebruik bij een gedeelte van het Duitsche bondsleger, te doen beproeven, waartoe door den Hertog van Saksen Weimar Eisenach een soortgelijk geweer naar Indië zou worden medegenomen, zoomede een zoogenaamd kolfpistool voor de Cavalerie. 1) De Cavalerie en bereden Artillerie korpsen buiten het leger hiermede bewapend in 1871. Bij de escadrons Cavalerie in 1881 vervangen door den revolver model 75/91. Het Legioen van Mangkoe Negoro behield deze voorlaadpistolen tot 1894. (2) In 1865 de laatste walbussen uit de bewapening gevoerd. 732

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 38