Met de beproeving van het laatste werd in 1849 een aanvang
gemaakt om te zien, of het met voordeel de dubbele bewapening
der Cavalerie zou kunnen vervangen. Aan dit pistool kleefden
echter groote gebreken, waarom in 1850 besloten werd geen verdere
proefnemingen te doen en van de invoering af te zien.
Het ovaal geweer gaf bij de beproeving gunstige resultaten, welke
den leider der proeven deden besluiten voor te stellen hiervan een
bestelling voor een of twee bataljons te doen.
De mogelijkheid echter, dat inmiddels in Europa weder iets
beters was uitgedacht, leidde tot het voorstel voorloopig slechts
25 ovaal geweren te doen uitzenden, benevens een 25-tal wild-
bussen, voor scherpschutters. Deze laatste schenen in Nederland
thans weder beter te voldoen. (In 1845 waren zij vergelijkend
beproefd met kernbussen en walbussen en toenmaals als scherp
schutterswapen minder goed geacht).
In antwoord op dit voorstel deelde de minister mede, dat aan de
uitzending der gevraagde geweren geen gevolg kon worden gege
ven, en werd daarentegen in overweging gegeven om een tiental
naar het kernstelsel gewijzigde Nederlandsche slagbussen ter beproe
ving naar Indië te zenden.
De Indische regeering stemde hiermede in en in 1851 werd de
mededeeling ontvangen, dat aan de uitzending eerlang gevolg zou
worden gegeven, doch dat het onnoodig werd geoordeeld daarbij
een stel geweermakersgereedschappen te voegen, omdat de kernbus
vermoedelijk spoedig door een geweer met getrokken loop zou
worden verdrongen.
Toen deze 10 kernbussen ontvangen waren, werd van uit Indië
voorgesteld deze voorloopig niet te beproeven, doch den uitslag
af te wachten van de Nederlandsche proeven met deze soort gewe
ren. Dit voorstel werd goedgekeurd en tevens een grootere bestel
ling getrokken geweren voor Indië ter beproeving toegezegd.
Intusschen kon men hier niet werkeloos de toegezegde mededee-
lingen afwachten.
Met de meest primitieve hulpmiddelen werd, gebruikmakende
van een verwisselloop tot slaggeweren M. 1842, in Juni 1852 een
kernbus samengesteld, welke voorzien was van zes trekken.
De toenmalige Chef van het Wapen der Artillerie vermeende,
733
iN GEBRUIK BIJ DE NeDERLANDSCH-INDISCHE LANDMACHT [Juli 1916.
EN BIJ DE KORPSEN DAAR BUITEN.