IN GEBRUIK BIJ DE NEDERLANDSCH-INDISCHE LANDMACHT fjuli 1916. EN BIJ DE KORPSEN DAAR BUITEN. Met de vaststelling der voor Indië geldende vizierhoogten kwam de commissie gereed op het einde van 1872 en in het begin van het daarop volgende jaar werden deze naar Nederland opgezonden; in de tweede helft van 1873 werden voor het eerst geweren met gemerkte vizieren ontvangen. De geheele voorraad bedroeg op het einde van het jaar 15477 stuks, waarvan er bereids 92C0 in dienst waren gesteld die voor het grootste gedee'te 80Ü0 stuks) vóór de indienststelling bij de geweermakersschool van een vizierdeeling waren voorzien. In de beide daarop volgende jaren werden groote voorraden Beaumont-geweren aangevoerd; reeds op het einde van 1875 was de bewapening der Infanterie met klein-kalibergeweren afgeloopen, met uitzondering van de garnizoensbataljons van Banka, welke met de aanwezige Kuhn-geweren bewapend waren, en die in Borneo en de Molukken, waar voorloopig nog tirailleurgeweren in gebruik bleven. Het aantal ontvangen achterladers bedroeg op dat tijdstip 32013 stuks, terwijl volgens contract nog 5000 dergelijke wapens vóór 1 Augustus 1876 moesten zijn afgeleverd. Deze 50C0 geweren werden geleidelijk aan toegezonden. Op het einde van 1877 waren alle infanteriekorpsen van het le ger verwapend 2). Het Beaumont-geweer en dit geldt ook voor de hierna te noe men Remingtonkarabijn stond ballistisch zeer hoog en was van zoodanig degelijke en deugdelijke constructie, dat men, niettegen staande den drang tot transformatie gedurende den tijd, dat het wapen in gebruik is geweest, slechts enkele kleinere wijzigingen in sommige onderdeeien heeft kunnen aanbrengen. De in Nederland ingevoerde Remingtonkarabijn werd ook voor de Nederlandsch-Indische Cavalerie aangevraagd. In 1889 werd de 1) Ten deele aan de detachementen der Legioenen uit Soerakarta en Djokjakarta, die naar Atjeh getrokken waren. (Na terugkeer dezer detache menten in 1875 werden de Beaumontgeweren weder ingeleverd tegen trompladers). 2) Op het einde van 1880 waren ook alle korpsen schutterij bewapend met het Beaumontgeweer. Tegelijk met de schutterijen werden ook alle detachementen pradjoerits op Java verwapend, welke verwapening in 1881 geheel afliep. 743

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 49