proeving naar Indië te willen doen zenden eenige revolverpistolen
met de noodige scherpe munitie.
Nederland antwoordde, dat een model werd ontworpen en dat
hiervan, onmiddellijk na aanneming, 3 exemplaren zouden worden
toegezonden.
Deze werden tegen het einde van 1873 uit Nederland verzonden
en na aankomst alhier in beproeving gesteld.
Aan dit wapen kleefden wel is waar eenige gebreken, doch ove
rigens voldeed het goed. Voor het korps Mineurs en Sappeurs en
voor de Bereden Artillerie werden in 1875 een 1000-tal dezer revol
vers besteld. De bewapening hiermede was in de eerste maanden
van 1878 afgeloopen.
Nadat voorstellen tot bewapening der adjudanten-onderofficieren
en sergeanten-majoor der Infanterie met den revolver aan het Op
perbestuur waren ingediend, begon het denkbeeld veld te winnen
hiervoor ook de tamboers en hoornblazers in aanmerking te brengen.
Daarbij rees tevens de vraag, of dit wapen, nu het ook bij de
troepen te voet meer algemeen zou worden gebruikt, niet als te lang
en te zwaar moest worden geoordeeld.
De Kapitein Kuhn, Directeur der Geweermakersschool, ontwierp
een tweetal modellen van hetzelfde kaliber, doch lichter en van
eenvoudiger slotconstructie. Een dezer beide modellen mocht de
goedkeuring van het Legerbestuur verwerven; in 1891 werd tot de
invoering daarvan besloten.
Nadat het voorstel, bedoeld in de voorlaatste alinea, was goed
gekeurd, werd opdracht verleend tot aanschaffing van de benoodigde
N. M. revolvers, terwijl voorts besloten werd de revolvers O. M.
(1875/1891), zoodra zij beschikbaar kwamen, aan het Departement
van Marine te verstrekken.
De benoodigde nieuw model revolvers werden in 1894 aangevraagd
en in het daarop volgende jaar ontvangen. Zij werden achtereen
volgens in dienst gesteld in Atjeh, daarna op de overige buitenbe
zittingen, behalve Lombok en ten slotte op Java en Lombok. Nog
hetzelfde jaar in 1895 was de verwapening geheel afgeloopen.
In het begin>an 1907 werden 10 Parabellumpistolen ontvangen, zijn
de door vergelijkende proeven in Nederland reeds gebleken, dat dit het
meest aanbevelenswaardige systeem van automatische pistolen was.
745
IN GEBRUIK BIJ DE NeDERLANDSCH-INDISCHE LANDMACHT [Juli 1916.
en bij de Korpsen daar buiten.
I. M. T. 1916. 48.