Bet inschieten Don bondDuunsopenen
en eenige beschouwingen oner
daarmede in uerband staande
aangelegenheden.
Ik heb mij steeds laten weerhouden iets te schrijven over het
inschieten van handvuurwapenen en wat daarmede annex is, omdat
ik vond, dat er reeds te veel over geschreven was. Schrijven be-
teekent dikwijls: op verandering aandringen; herhaaldelijke ver
andering geeft vaak geen verbetering, maar verwarring.
Nu het artikel van Kapitein Oberstadt in de Februari-aflevering
mij onder de oogen komt, wordt de verleiding mij echter te sterk.
Reeds 6 jaren achtereen afwisselend officier belast met de bok-
schutters (off. B. S.), Reserve officier van wapening (Reserve O. v. W.)
en officier van wapening (O. v. W.) geweest zijnde, zijn onder
mijn rechtstreeksch toezicht reeds duizenden wapens ingeschoten
geworden en 't is mogelijk, dat een korte mededeeling van enkele
mijner ervaringen van eenig nut kon zijn.
Laat ik beginnen mijn hulde te bewijzen aan kap. O. voor de
grondige wijze, waarop hij zijn onderwerp heeft behandeld. Veel
van het door hem geschrevene neem ik onmiddellijk gaarne over.
Waar ik niettemin herhaal, wat door Kap. O. reeds geschreven is,
doe ik zulks, omdat ik voor mij daar speciaal de aandacht op
wensch te vestigen.
Bokschutters kunnen'nooit te goed zijn, geweren (kortheidshalve
gebruik ik verder het woord geweren, in 't algemeen zijn hand
vuurwapenen bedoeld) kunnen nooit te nauwkeurig worden inge
schoten.
Over de bokschutters laat ik kap. O. aan het woord.
Wat het inschieten der geweren betreft, dat geschiedt beslist
onnauwkeurig. Handleiding officier van wapening en geweermakers
(Handl.) schrijft voor, dat de off. B. S. geweren, die daarvoor in
aanmerking komen, inschiet (onder zijn toezicht laat inschieten).
Hij geeft aan den O.v.W. een staat, waarop vermeld is, welke wij
ziging moet worden aangebracht.
758