Uit de Practijk. [Juli 1916.
menschen zijn dus voorbereid, hebben een goeden grondslag om
op voort te bouwen en zijn als regel vol goeden moed en verlangend
of nieuwsgierig naar de voor hen onbekende oefeningen bij een
veldbat0"-
Daar is de moeilijkheid, want wat zullen zij nu als regel te doen
krijgen? Precies dezelfde oefeningen, die zij dag in dag uit reeds uit
voerden! En dat gaat niet gedurende een paar maanden zoo, doch
desnoods 25 jaren lang, als zij zoolang in dienst blijven! Na de
eerste 3, 4 lessen zijn zij reeds teleurgesteld.
Waaraan is dit te wijten? Laten wij er geen doekjes omwinden:
aan de niet genoegzame bekendheid met het Gymnastiekvoorschrift
van officieren en kader. Want, daar is genoeg uit te halen om den
menschen telkens wat nieuws voor te leggen, om ze telkens opnieuw
tot „doen" te prikkelen, d.w.z. niet het „doen" op commando, doch
het willen doen en nog eens óver willen doen bij mislukking.
Uit den aard der zaak kan men om een prettige, vroolijke stem
ming in de klasse (sectie) te houden, hierbij geen groote dosis
stramheid eischen Daar zit 't 'm ook nief in; het precies gericht
staan van de manschappen, met de handt n voor de borst of op
den rug gekruist, het openen van de klasse met de traditioneele
malen „Herstelt", omdat een man 2 inplaats van'3 passen uitwaarts
ging enz. enz. Dat is tijd vermorsen, want daarmee oefent men
geen spieren. Gooit de klasse uit tlkaar, hoe, dat geeft immers
niet? Uit elkaar moeten ze, op zoodanige wijze, dat ze elkaar
niet hinderen en de onderwijzer allen overzien kan, gebruikt daar
voor het co „Openen Marsch" goed, doch maakt een man een
fout in de uitvoering, wijst hem dan in een seconde zijn plaa's en
laat in Godsnaam niet weer de klasse sluiten en opnieuw openen
om waarschijnlijk wéér een foutieve uitvoering te krijgen. Om
stramheid bij te brengen hebben we meer dan genoeg aan onze
soldatenschool. Ik waarschuw speciaal hiertegen, omdat ik merkte,
dat dit een stokpaardje van het kader is. Drie keer openen en
sluiten en de noodige peuterige verbeteringen in de richting, met
een zeker aplomb, maakt „indruk" ziet UEn. neemt minstens
een minuut of 7 in beslag van het halve uur gymnastiek; dan nog
eens een paar toestellen versjouwen enz., dat wil allemaal zeggen
er hoeven weer zooveel te minder oefeningen „verzonnen" te worden.
In verband met het precies gericht staan van de manschappen
naast het toestel, wil ik even wijzen op de Alg. Bepalingen der
Toesteloefeningen, voorlaatste al. (blzd. 15), waar uitdrukkelijk
de mogelijkheid van zitten geopend is. Dit is zeer logisch, het
langdurige staan (lees „hangen vermoeit immers noodelocs. Laat
de menschen zooveel mogelijk zitten, als ze niet werken, gewoon
weg op den grond, doch eischt dat ze vlug en kwiek opspringen,
als ze aan de beurt zijn, (niet vóór dien tijd opstaan); niet dat
langzame zich opheffen als van een koe; opspringen is óók oefening
773