Juli 1916.] ÜlT DE PRACTIJK. en het houdt de gedachten erbij. De stramheid en nauwkeurigheid worde echter wel geëischt tijdens het gaan naar het toestel, de oefening zelf en het gaan naar de plaats (zie Wenken voor den onderwijzer punt 9e en 12e bldz. 21). Gaarne zou ik nog eens den nadruk willen leggen op het on ontbeerlijke toepassen in het terrein van de gymnastiek. Ik geloof niet, dat er vele minderen zijn, die ook maar eenigszins het ver band begrijpen tusschen de gymnastiek en de handigheid in het terrein. (Zijn de evenwichtsoefeningen niet al dadelijk dienstig voor het loopen over galangans? Dit komt veel meer voor, en wel snél loopen daarover, dan b v. het wandelen over pinangstammen over ravijnen, wat ons op de K. M. A. steeds voorgehouden werd) Zonde, zonde en jammer vind ik het dan ook, dat de vroeger bestaan hebbende hindernisbanen vervallen zijn. Oefeningen daar op gehouden toch, geven voor de manschappen veel duidelijker dat verband aan. Waar moeten we nu oefeningen houden in het beklimmen van muren en steile schuttingen? Niet noodig? En bergsawah's dan, zijn daar niet dikwijls de terrassen zoo hoog boven elkaar, dat een man er zonder hulp niet tegenop kan of in ieder geval met hulp er in veel korter tijd bovenop is! En zoovèle gevallen kunnen zich nog voordoen. En laat de kerels nu eens zelf scharrelen? Men zal zien, dat het gros daarbij onhan dig met z'n drieën of vieren aan één kameraad staat te trekken en te duwen, dat de geweren vol zand en grond komen en dat in een minimum van tijd de geheele compie een onontwarbare klu wen vormt, terwijl de menschen er „rameh-rameh" van maken, als dit niet ten strengste en met groote moeite onderdrukt wordt Tabel II van het Voorschr. G. O. geeft ook aan: springen over vaste voorwerpen. Dat is een van de oefeningen, die wij het meeste noodig hebben, want iemand, die met gemak 1.20 M. springt over een touw, zal niet durven springen over een pagger of een hek van 0.90 M. Probeert het maar eens, en gij zult zien, dat gebrek aan moreel de fout is bij allen! Dit is juist, wat we moeten bij brengen, moreel en nog eens moreel, militaire gymnastiekZie 2e al. van punt I Voorschr. G O.En dit kan juist zoo prachtig met springen over vaste voorwerpen; gebruikt men uitsluitend het touw, dan wordt het moreel niet geoefend en is zelfs een goed springer niet klaar voor zijn taak in het terrein. Ik hoorde vertellen, dat de hindernisbanen vervallen zouden zijn, omdat heel het Indische terrein één hindernisbaan is, en men dus steeds kan oefenen. Zeker, om dé durf en de handigheid te onder houden is het terrein hier prachtig; steeds zooveel mogelijk dwars door het terrein marcheeren en bij het naar huis gaan na elke oe fening steeds een paar slootjes of paggers nemen in open frontco lonne is noodig en wekt den troep op. Maar doet dit eens met een 774

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 80