Uit de Practijk. [Juli 1916. Zeg niet, dat de inlander niet van sport houdt. Elk normaal mensch met gezonde spieren verlangt deze te ontwikkelen en ook de Javaan is een mensch als wij allen. En ik heb het bij ondervinding. Zij het eengszins verwaand gezegd: onder mijn leiding was de binnendienst altijd geanimeerd. De Javaantjes huppelden als kakkerlakken, de Ambonneezen spron gen tegen het plafond van fanaatheid en de Europeanen mompel den onder elkaar: „Wat zou 't-ie nou weer hebben", en futpeeden om zijn hardst. En het nu van deze oefeningen? Hierover hoef ik heusch niet meer uit te weiden. Gelukkig erkent men meer en meer, dat een militair een goed sportsman moet zijn. De waarde van een leger schuilt niet zoo zeer in zijn geoefend heid als wel in de militaire waarde van het individu. Leer een leger van koelies tirailleeren en schieten, zij zullen in den oorlog toch niets presteeren. Een soldaat, desnoods onvoldoende geoefend, zal tegenover een tegenstander al zijn krachten inspannen en daardoor heel veel be reiken. En daar een groot deel van onze infanterie gerecruteerd is uit het geslacht koelies en kebons; moeten deze in de eerste plaats militair gemaakt worden. En dit verkrijgt men door veelvuldig kort, maar hevig excerceeren, door sport en door schitterende parades. F.e.! soldaat moet zich door sport ontwikkeld krachtig en behendig voelen, zich daa.door als man verheven voelen boven zijn kontjo's en door veel geur noem het militaire aanstellerij zich tot een ander, beter soort rekenen Is de recruut eenmaal soldaat, dan zullen zijn menschelijke instinc ten, in militaire richting geleid, hem helpen de theorieën en oefe ningen met vrucht te volgen en er later profijt van te trekken. Nu heb ik nog niet verteld, hoe ik me de indeeling van den dag voorstel; maar me dunkt, dat dit niet noodig is. Bij elke Cie is wel een jong officier of ouder officier, wiens leden nog niet verstramd zijn die het u zou kunnen vertellen. L. 1) Hierdoor zullen zich ook vele vrouwenoogen op den soldaat rich ten. Het zwakke geslacht houdt immers juist van uiterlijk vertoon! En er zijn 3 sterke drijfveeren in den mensch: het idee, de ijdelheid, en de liefde. Willen we iets gedaan krijgen van onzen naaste, dan moeten we deze 3 dingen in het oog houden. 777 I. M. T. 1916. 50.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 83