Uit de Practijk. [Juli 1916. Gelijkheid geuienscht door h. Met instemming las ik in het Meinummer onder de rubriek „Uit de Praktijk" het stukje met bovenstaanden titel. Zeker, ik ben het volkomen eens met den schrijver, waar deze gelijkheid gebracht wil hebben in de opvattingen omtrent verband houden, i. c. met de voorhoede. Er zullen wel meer collega's de vertwijfeling nabij geweest zijn, als zij zagen, dat niettegenstaande de meest elementaire theorieën, tientallen malen gehouden, het succes met verband houden behaald, nog nihil is, v.n. door het telkens aankomen van nieuwe manschappen met andere (of geenmethoden Ook zag ik eens een hoofdofficier als commt. van de hoofdmacht tot wanhoop ge dreven, omdat de verbindingsrotten naar de voorhoede hem niet begrepen, daar zij tot een ander korps behoorden dan het zijne, dat niet vooraan liep, en een andere wijze van verband houden hadden geleerd. Deze en meer dergelijke voorvallen hebben ook mij tot een voor stander gemaakt van regeling in het V. V. van dezen belangrijken dienst, dus van noodgedwongen beperking der hierin gelaten vrij heid. Echter ben ik het niet eens met de methode, die L. aangeeft, en meen ik daarop te moeten wijzen, daar die methode n m m. in strijd is met het V. V. L. wil de verbindingsrotten (verb, r.) tusschen voortroep en spits beschouwen als een onderdeel van de spits en hen de snelheid van de spits laten volgen, dus z. g. de afstanden van voren naar achte ren laten bewaren. (Noot onderaan bldz. 532, le. al.) Dit is in strijd met punt 190 V.V. waarin aangegeven staat, dat kleinere atdeelingen als regel zich tot het bewaren der afstanden zullen regelen naar de grootere. En hoe zal de spitscommt. dan zijn afstand kunnen beoordeelen, als de voorste verbindingsrotten, de eenige die hij als regel ziet, steeds hun afstanden onderling en tot de spits^onveranderd houden, zooals L. wil, en bij het te klein worden van den afstand spits - voortroep slechts de achterste verb. r. bij de voortroep aansluiten? Neen, de verb, r., afkomstig van en behoorende tot den voortroep, houden hunnen afstand van achteren naar voren. Wordt nu de afstand voortroep - spits te klein, dan ziet de persoon, die voor dien afstand verantwoordelijk is, d. i. de spitsct., dat dadelijk, daar er één of meer verb. r. tegen zijn spits zijn opgesloten. Wordt de 1) Dit is logisch, want men kan geen ongestoorden marsch van de hoofdmacht bewerken, wanneer voortroep en hoofdtroep telkens halt zou den moeten houden ten einde de te klein geworden afstanden, onderling en tot de spits, te herstellende afstand voorhoede hoofdmacht zou zoodoende langzamerhand kleiner worden dan met de veiligheid der laatste overeen te brengen is. 779

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 85