Juli 1916.1
Uit de Practijk.
afstand te groot, dan zou feitelijk de spitsct. tijdelijk één of meer
verb. r. moeten toevoegen, wat een bezwaar is in verband met
zijn geringe sterkte; doch men zal mij toegeven, dat die afstand
zèlden te groot zal worden, daar de spits als regel alle hands aan
dek noodig heeft om niet te vèèl opgehouden te worden, en is het
wél het geval, b. v. wanneer zij in looppas een zwakken vijand
attakeert of snel een punt gaat bezetten, dan laat toch haar et.
steeds een patrouille op den marschweg en de verb. r. vinden van
zelf, als zij doorloopen, het verband weer.
In de 2e al. van de noot op bldz. 532 zegt L., dat van de spits
niet gevergd kan worden, dat zij den afstand bewaart, als zij voor
moeilijkheden komt te staan. Dat is ook niet noodig; de afstand
kan tijdelijk verloren gaan, in den geest van de afstanden in de
colot ne der hoofdmacht, zie V. V. p. 168 3e al. Is de moeilijkheid
van dien aard, dat zij niet verder kan, welnu dan komt vanzelfde
voortroep, die door blijft loopen, te hulp, zonderdat de spitsct.
tjjd verliest met berichten. Daar is de voortroep toch ook voor en
als de verb. r. hun afstand van de spits naar achteren hielden,
zou de voortroep niet dichterbij komen, als de spits slechts lang
zaam vooruit kan, dus misschien elk oogenblik hulp noodig zal
hebben. Houden de verb. r. afstand van achteren naar voren, dan
sluit de voortroep ook in dit geval op en krijgt de spits alvast ver
sterking van een paar verb. r.
Ik wil hierbij nog wijzen op een veel voorkomende fout bij het
uitzenden der verb. r. Als zij den afstand moeten bewaren van
achteren naar voren, dus in den geest van het V. V., worden zij
dikwijls bij opvolging één voor één uitgezonden, naarmate de spits
meer afstand neemt, m. a. w menschen, die men steeds inprent:
„houdt je afstand van achteren af", noodzaakt men nu hun afstand
eerst te nemen van het voorgaande verb. r. en als de spits haar
bevolen afstand heeft, dus alle verb r. in actie zijn, draait plotseling
alles om en wordt de afstand gerekend vanaf het achtervolgende
verb, r Dit brengt vooral de Inlanders altijd in de war. Men
moet dan ook, voordat de spits afmarcheert alle te gebruiken verb,
r. aanwijzen en deze met de spits meesturen, terwijl er telkens één
achterblijft, zoodra hij zijn afstand van het achtervolgende verb. r.
heeft gekregen. Nu hebben dus de manschappen van het begin
af aan alléén naar achteren te kijken voor hunnen afstand.
Wat het overnemen en doorgeven der teekens betreft, verschil
ik ook van opinie met L., waar deze de teekens halt en voorwaarts
van achteren naar voren en omgekeerd wil laten overnemen en
doorgeven; en wel als logisch gevolg van het bepaalde in het V. V.,
dat de kleinere afdeeling zich richt naar de grootere. Neemt men
dit laatste aan, dan mag immers de spitsct. den voortroep niet
laten hahhouden (voorw. gaan), en dit is ook niet wenschelijk, daar
de ct. voortroep misschien van geheel andere opinie is omtrent de
780