Juli 1916.] Van Alles Wat. Dus maakt hij, vroeger, een soort overeenkomst met een doch tertje des lands een overeenkomst, die niet moreel, maar wel ver standig was, en waarbij, in 't algemeen en vooral in deze hoogelijk immoreele wereld, beiden zich wel bevonden. Want op een houtje bijten is in de praktijk zeer bezwaarlijk. En er zijn tal van technici, die dit systeem voor het bij uitstek polygame scheppingsdier „man" uit den booze en zelfs immoreel verklaren. Een andere „oplossing" is de wijk der dwaze maagden in de kampong. Het vocht van Schiedam, of 't geen er voor door gaat, wordt er aan huis gebotteld. Dronkenschap, insubordinatie, ver nietiging van den weerstand van het lichaamsorganisme (zie het propaganda-prospectus van de Ligue nationale contre l'Alcoolisme!) ende zwarte ziekte. Bij de jongste algemeene beschouwin gen in de Eerste Kamer wees de heer van Kol nog op dit laatste: 62 °/o onder de Europeanen. En dit is nog een betrekkelijk billijk cijter: ik heb een Europeesch detachement gekend met méér dan 80 Toen werd het concubinaat voor onderofficieren vrijwel verboden. Dat deze bepaling weinig instemming vond bij het meerendeel der niet-gehuwde onderofficieren hoe kon dat ook bleek uit de da delijke poging tot ontduiking: we kregen de vrouwelijke bediende, die kokki en baboe en meer was. Het instituut werd door de meeste chefs oogluikend toegestaan. En zouden al die chefs, onder wie toch tal van brave echtgenooten en vaders voorkomen, zoo bijzonder immoreel zijn? Nu zal ook dit instituut verdwijnen. De gevolgen: Of het meisje voor dag en nacht verhuist naar een krot in de kampong, dat hij huurt. En in stede van zijn vrije uren op z'n kamer, in een min of meer gezellig gemaakt „home" door te brengen, verplaatst hij zich naar de kampongomgeving. En in z'n vrije uren leeft hij daar in concubinaat. Het feit blijft dus hetzelfde alleen wij heb ben struisvogelpolitiek toegepast. Maar de moraliteit is er geen molecule door vermeerderd. Integendeel. Of het meisje voor dag en nacht verdwijnt en de jongeling wandelt naar de dwaze maagden, waar een roode lantaarn den weg aanduidt en waar roodgekleurde stamboekletters ontstaan. En de onzedelijkheid stijgt met sprongen. Of de jongeling knoopt relaties aan met de boeah ati van in- landsche fuseliers en andere ondergeschikten. En alweer stijgt de immoraliteit en bovendien de kans op zeer onaangename krijgs— tuchtelijke overtredingen. 784

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 90