Van Alles Wat. [Juli 1916. Of en dit is de hoop der moralisten öf de jongeling strooit asch op z'n hoofd en belooft, met Speenhofs „verloren zoon": „Ik zal m'n leven anders maken, M'n best gaan doen, zooveel ik kan." Doch wie hierop bouwt, eiiacie, hij bouwt op glijdend zand. Beste menschen, we zijn in IndiëEn we moeten het Indische leven nuchter en gewoontjes bekijken en aanvaarden. Goede en zedelijke bedoelingen en voornemens ontkiemen misschien wel in een kazerne-omgeving, maar of zij daar ook opwassen en vrucht dragen? Het zal niet gaan, zoolang een man een man en dat is niet altijd veel bijzonders!blijft und so lange esWeiber giebt. Daar aan helpt geen lieve vaderen of moederen. En ik vraag me af, hoe dat nu op de buitenbezittingen moet gaan. Gehuwde sergeants blijven vrijwel allen op Java en dit is een voorname en allesbehalve goede factor, die wel eens wat meer naar voren mag worden gebracht 1 en hier krijgen we de ongehuwden. Zwaar patrouillewerk met geregelde tijden van rust. En juist in die rusttijden doet zich de behoefte aan vrouwelijk gezelschap, aan een beetje gezelligheid, eenig samenleven, een beetje bien-être gevoelen. Maar 't mag niet meer. En dus chasser-croiser met fuseliers-dames of vrouwen van de bevolking (practisch nog funester), drankmisbruik e.d. En de onzedelijkheid avanceert sprongsgewijze. Wat ik hier schrijf, is geen preken voor de galerij ik zie het dagelijks bijna om me heen. Ik zou in herhalingen vallen en verwijs daarom,, naar 't geen ik een jaar geleden over 't concubinaat schreef. Wenscht men voorbeelden, levensverhaaltjes, e.d., ik wil ze gaarne geven. Het eenige protest, dat me naar aanleiding van mijn vorig schrijven bereikte, stond in de Javapost. Ik kan het rustig onbesproken laten. Maar ik zou wel wi len, dat er nu eens van andere, moreele zijde, op feiten en werkelijke bewijsgronden werd aangetoond, dat het tegenwoordige gemoraliseer zedelijk en daadwerkelijk de morali teit van ons leger verhoogt Want waar tegen dit systeem, publiekelijk en krachtig, zakelijk en volhardend, vrijwel niet wordt geprotesteerd uit den boezem van het leger zelf, daar zal dit systeem derhalve veel voorstanders moeten tellen. En ik richt me tot die voorstanders, om hen uit te 785

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 91