illil slylf Oüerzic&t dqd ïlederlandsche Qlilitaire Tijdschriften. Mavors 1916 No. 3. De Luitt. Kwm. Jhr. de Roy van Zuydewijn vervolgt zijn artikel „Is bezuiniging mogelijk?" S. behandelt thans de voeding van den soldaat. Vooropstellende, dat de voeding van den man de laatste factor is, waarop men moet bezuinigen, meent S., dat het toch,nog wel mogelijk zal zijn om dit onderdeel van de militaire huishouding een weinig goedkooper te maken. Niet echter door den man minder te doen eten, maar door wat meer oordeelkundige behandeling, van hetgeen er verstrekt wordt. Het volgend artikel, overgenomen uit „De Kampioen" van 2 Juli 1915, behandelt „Het rijwiel in het leger." We zien hieruit, dat het Nederlandsche leger thans per divisie één compagnie infanterie-wielrijders bezit en per regiment nog een wielrijderspatrouille van 12 man. In totaal dus 4 X 150 24 X 12 888 wielrijders. Ook werden bij het begin van de mobilisatie nog drie escadrons a 150 wielrijders geformeerd, omdat bleek, dat er toen bij de depots cavaleristen over waren. (Dat was blijkbaar van te voren niet bekend!) Overigens bevat het artikel weinig nieuws. Wij wezen reeds op het artikel „Velddienstoefeningen met twee partijen bij de infanterie." Kapitein P. J. van Munnekrede geeft thans een 4-tal voorbeelden van oefeningen voor een compagnie infanterie, waarbij aan de hand van eenvoudige schetsen een korte algemeene en bijzondere oorlogstoestand wordt aangegeven om daaruit een opdracht voor een compagnie te distelleeren. Zooals in de vorige aflevering reeds werd aangeteekend, wenschl S dat bij de velddienstoefeningen van de compagnieën steeds schriftelijk de algemeene en bijzondere oorlogstoestand wordt aan- gege^de g6geven v00rbeelden blijkt, dat zulks zeer beknopt kan geschieden, terwijl daaruit toch een scherp omlijnde opdracht voor een compagnie kan worden afgeleid. 793 I. M. T. 1916. 51.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 99